20 december 1963.
352
te werken o.a. moet het lezen van tekeningen worden geleerd. Spreekster
heeft de klacht vernomen, dat het zoveel moeilijkheden gaf om fonteintjes
in de w.c.'s aan te brengen omdat dat te kostbaar zou worden. Dit is
voor spreekster aanleiding te zeggen, dat dit toch wei een van de eerste
hygiënische eisen is die men aan een woning moet stellen. Verder zal
spreekster er niets van zeggen.
Wethouder Mr. van Wijk moet zeggen, dat de samenwerking met deze
commissie, wat spreker althans betreft, zeer voortreffelijk is. De moeilijk-
heid om de door de commissie geuite verlangens te honoreren was mder-
daad hoofdzakelijk gelegen in de te hoge kosten die daarmede gepaard
gingen. Spreker meent niet dat de bouwplannen toen al zover gevorderd
waren dat er geen veranderingen meer konden worden aangebracht. Uiter-
aard moest er een tekening zijn aan de hand waarvan bespreking van de
plannen kon plaats vinden. Men kon nu eenmaal niet beginnen met een
blanco papier. Diverse verlangens, die burgemeester en wethouders ook
wel hadden, konden eenvoudig niet worden vervuld, omdat direct de cur-
veprijs weer om de hoek kwam kijken,- waarvan de dames al iets gehoord
hadden. Wat de fonteintjes in de w.c.'s betreft is toen medegedeeld, dat
het een heel klein fonteintje zou moeten worden of een heel grote, omdat
daartussenin geen maat zou bestaan. Of dat waar is weet spreker niet,
maar de deskundigen hebben dit medegedeeld. Daar is men met deze wens
op vastgelopen.
Punt 59
Dit punt geeft Mr. Rutgers nog even gelegenheid terug te komen op
hetgeen hiervoor gisteravond is gezegd. De heer Verkouw heeft aan
burgemeester en wethouders gevraagd, in welke mate de verkoop van
woningwetwoningen aan de bewoners, kon strekken ten voordele van deze
bewoners en ten voordele van de eigen bezitsvorming. Dit lijkt spreker
heel duidelijk. Wanneer iemand in staat is om, na gespaard te hebben,
een eigen woning te kopen en daarin de verbeteringen in aan te brengen
die hij zelf wil, dan strekt dat tot bezitsvermeerdering. Spreker ziet dit
niet zozeer als woningverbetering maar in de eerste plaats als een bezits-
vermeerdering. Spreker vraagt wat er te dien opzichte gedaan is en wat
de raad binnenkort hieromtrent te wachten staat.
De heer Brandsma zou graag de eventuele verdenking willen wegnemen
alsof zijn fractie tegen bezitsvorming zou zijn of dat zij weinig zou voelen
voor de suggestie van de heer Rutgers. Het antwoord van het college op
de gestelde vraag heeft zijn fractie volledig bevredigd. Spreker zou er op
willen wijzen, dat het in de tegenwoordige tijd toch wel erg riskant is tot
de verkoop van deze woningen over te gaan tenzij bij de eigendomsover-
dracht nadrukkelijk wordt bepaald, dat de woning zal bewoond blijven
door degene die haar koopt. Spreker wil dat hier wel duidelijk op tafel
leggen. We weten maar al te goed, dat er de laatste tijd in de sector van
het onroerend goed geweldige speculaties zijn ontstaan. Zijn fractie zou
het toch wel betreuren als van gemeentewege de mogelijkheid daartoe
werd opengelaten. Dat is de bedoeling van de heer Rutgers natuurlijk wel
niet, maar spreker meent dat deze kant van de medaille toch wel even
naar voren mag worden gebracht.
Mr. Rutgers: „Dat is destijds al uitvoerig besproken."
Wethouder Mr. van Wijk heeft ten aanzien van deze materie gisteren
al gezegd, dat er een besluit van de raad ligt, welk besluit behoort te
worden uitgevoerd. Spreker wil er bij zeggen, dat hem persoonlijk de uit-
voering daarvan te lang duurt. Hij wil daarvoor geen enkele schuldige
aanwijzen. Hij is het met de heer Rutgers eens, dat deze zaak binnenkort
haar afwerking moet hebben en dat de raad zeker binnen twee maanden
moet weten waar hij hiermede aan toe is. De raad heeft er ook recht op