20 december 1963. 354 aanvegen. Een en ander gebeurt naar aanleiding van een door spreker enige jaren geleden gedaan verzoek. Dat aanvegen is ook een tijdlang goed gegaan maar spreker heeft moeten constateren, dat het de laatste tijd niet meer plaats vindt. Bij informatie bij personeel van de gemeente-reiniging is spreker gebleken, dat in de afgelopen winter deze winkelstraten op zaterdagavond niet meer zijn gereinigd. Wethouder Mr. van Wijk antwoordt, dat, wat het onderhoud van de wegen betreft, in de begroting alleen zijn opgenomen de bedragen voor het herstellen van de in die begroting genoemde wegen. Voor het mhalen van de achterstand bij het onderhoud, voor het vernieuwen van hele stra- ten zullen echter afzonderlijke kredieten moeten worden gevraagd. Vong jaa'r heeft men zelfs niet kunnen doen wat er gepland was. Of men het dit jaar zal kunnen doen, weet spreker niet, hij hoopt het wel, maar er blijft op dit punt wel het manco bestaan, dat maar steeds achter het inhalen wordt aangelopen en dat men er tot nu toe niet in geslaagd is deze zaak radicaal op te lossen. In hun antwoord wijzen burgemeester en wethouders er op, dat daarnaast ook nog het herstellen van de riolermg nodig is. Spreker weet dat openbare werken op het moment uitkient, waar de riolering het meest zwak is. De riolering is hier en daar ingestort en het is natuurlijk van het hoogste belang, dat herstel daarvan samengaat met vernieuwing van het wegdek. Hier weegt dus niet alleen de urgentie van het herstel van de bestratingen, want voor een groot deel zal de toe- stand waarin de riolering verkeert, de plaats aangeven waar met vernieu- wing van de bestrating zal worden begonnen. Het antwoord is weinig be- vredigend. Spreker hoopt dat een en ander werkelijk zal gebeuren, maar hij vreest dat het niet het geval zal zijn. De heer van der Hulst heeft gesproken over de plaatsing van door hem reeds eerder gevraagde papierbakken. Spreker heeft die suggestie toen aan openbare werken doorgegeven en er zijn inderdaad op verschillende plaatsen papierbakken aangebracht. Of het nu juist op die plaatsen is ge- beurd waar de heer van der Hulst dat wenste, weet spreker niet. Als de heer van der Hulst nog bepaalde plaatsen weet aan te geven, zal spreker die graag van hem vernemen en openbare werken vragen dit te bekijken, want spreker gelooft dat er nog wel een paar van die dingen over zijn. De heer Brandsma: „De winkelgalerij aan de Gilp." De heer Verkouw: „De winkelgalerij aan de Binnenweg." Wethouder Mr. van Wijk zegt, dat het aanvegen van enige winkelstraten op zaterdagavond op de moeilijkheid is gestuit, dat op een gegeven moment het personeel daar heel weinig zo niet niets, meer voor voelde. Nu kan men zeggen dat dit ook weer niet beslissend is, maar spreker vindt het ongewenst om 3 4 mensen tegen hun zin op te trommelen. De directeur heeft spreker enkele weken geleden echter medegedeeld, dat hierin ver- andering was gekomen, dat hij weer mensen gevonden had die dit werk toch weer wilden doen en dat hij opdracht had gegeven om in een be- paalde ploeg, al of niet wisselend, dit werk te doen. Dit is inmiddels ge- beurd. Spreker moet na de opmerkingen van de heer Verkouw aannemen, dat dit blijkbaar niet is doorgegaan. De heer Verkouw vindt het een magnifiek antwoord. Spreker heeft echter juist van de mensen gehoord, dat ze het graag wilden doen maar dat het sinds de winter niet meer gebeurd is. En nu komt de wethouder vertellen dat ze het niet wilden doen maar dat ze het nu weer wel willen doen. Wethouder Mr. van Wijk antwoordt, dat hem is gerapporteerd, dat de mensen niet voor dit werk voelden maar dat ze nu toch wel weer bereid waren om dit te gaan doen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1963 | | pagina 71