20 december 1963. 358
Wethouder Mr. van Wijk antwoordt, dat de verwarming van het verver-
sinsshuis inderdaad niet ideaal is. Het vorig jaar is nog m overleg met
de exploitanten, een nieuwe gasverwarming aangebracht Een centraie
verwarming zal daar een zeer dure geschiedems worden. Klachten over
de gasverwarming van de zijde van de explohanten, hebben het college
noe niet bereikt Hij gelooft niet dat het college op het moment al zou
wiüen komen met het voorstel om centrale verwarming m het verversmgs-
huis aan te brengen.
Mr Minderop merkt op, dat als in het zaaltje dat het verst van de mgang
ligt, de gaskachel aan is, men alleen maar koude voeten en hoofdpijn
krijgt.
Wethouder Mr. van Wijk zegt, dat als men vlak bij de gaskachel zit
het veel te warm is en als men er wat ver af zit het veel te koud îs.
De voorzitter wijst er op, dat in de grote zaal nieuwe gasojaars zijn
aangebracht.
Wethouder Bekker zegt, dat de lantaarns waar de heer Scheer over
sprak, indertijd ter gelegenheid van een Flora zijn geplaatst en daarn
zijn blijven staan, hoewel het nooit de bedoelmg îs geweest om ze te laten
staan. Dit houdt ook verband met het sluiten van Groenendaal.
De heer Scheer zegt, dat er vroeger al een verlichting vanaf het verver-
singshuis naar de Glipperweg was. Ten tijde van de Flora îs die veriich-
ting verbeterd. Nu staat in het statistisch overzicht doodleuk verrneld, dat
de verlichting is weggenomen. Daar moet spreker dus uit afleiden, ca
daar geen verlichting meer komt.
De voorzitter antwoordt, dat, nadat de verlichting ter gelegenheid van
de Flora was aangebracht, burgemeester en wethouders nadien hebben
besloten om deze verlichting te handhaven. Als deze verlichtmg nu îs
weggenomen, is dat in strijd met het besluit van burgemeester en wet-
houders. Spreker zal dit onderzoeken.
Punt 69
Mevr. Cohen wil, nu dit hoofdstuk aan de orde is, een algemene opmer-
king maken. Spreekster vindt het jammer, dat het hoofdstuk onderwijs
zo achteraan in de begroting voorkomt waardoor dit hoofdstuk met altijd
de aandacht krijgt die het verdient. Spreekster zou daarom willen jragen
of het niet mogelijk is het volgend jaar de volgorde van behandelmg va
de hoofdstukken te veranderen.
De voorzitter vindt het een overweging waard.
Mevr Cohen zegt, dat het zeer summiere antwoord van burgemeester
en wethouders haar bepaald niet heeft bevredigd. Zij vindt het blijk geven
van een weinig vooruitziende blik. De groei van de gemeente is aan een
maximum gebonden en het aantal bestaande scholen îs bekend. Is de
wethouder van oordeel, dat, nu het leerlingenaantal doordat de «a-oor-
logse geboortegolf is verwerkt, terugloopt, het aantal scholen voldoende
is en zal blijven? Zo ja dan hoeft er niet geëxpenmenteerd te worden
met een nieuwe school. Of is de wethouder van menmg, dat het aantal
scholen wel voldoende is, maar dat de afstanden voor de kmderen uit de
nieuwe wijken naar de bestaande scholen te groot îs? Zo ja, dan îs er
wel degelijk aanleiding om te beginnen met het uitwerken van plannen
voor scholenbouw. Er zal dan op gelet moeten worden waar een mcuw
school moet komen. Spreekster vraagt hoe de besturen van de bijzondere
scholen tegenover het plan van de wethouder staan waar hij m r.e
vorige begrotingsraad over heeft gesproken - om een school te bouwen
voor openbaar, r.-k., en prot.-chr. onderwijs gezamenlijk. Zijn de besturen