361
20 december 1963.
En was er altijd al niet een gelegenheid om in het najaar (herfstvakantie)
en in het voorjaar bij een lange tijd tussen kerst- en paasvakantie een
lang weekend te geven, waardoor de kinderen weer wat op krachten
konden komen Spreekster weet wel dat het nu om een proef in de
komende zomer gaat, maar de bijzondere scholen hebben die proef al
genomen en zijn daar blijkbaar zo tevreden over, dat zij er mee wilien
doorgaan. Overigens heeft het spreekster wel verwonderd, idat deze
proef door het bijzonder onderwijs is genomen zonder enig overleg met
het openbaar onderwijs te plegen. Waarom is hier niet over gesproken,
waarom niet eerst in het hoofdencontact overleg gepleegd? Dat ware
toch eleganter geweest. De kinderen en de onderwijskrachten van de
openbare scholen zijn terecht jaloers op de bijzondere scholen geworden
en dringen nu aan op enige vrije zaterdagoehtenden. Dat is bij hen een
idee geworden. Maar komt nu dat iange weekend, met die onderbreking
van de regelmaat, het onderwijs en het kind echt ten goede? Dat kan
spreekster niet geloven. Zij hecht helemaal geen waarde aan het gezegde,
dat we niet anders meer kunnen en dat de klok niet meer teruggezet kan
worden.
Mevr. Cohen zegt, dat het betoog van mevr. Vriesendorp haar uit het
hart is gegrepen. Zij had ook in deze geest willen spreken. Spreekster
zal er alleen een paar kleine facetten aan toevoegen. Speciaal de nadruk
die mevr. Vriesendorp op de niet-onontkoombaarheid van de maatregel
legt, had spreekster precies zö willen stellen. Zij heeft van onderwijs-
mensen gehoord, dat de reden waarom het bijzonder onderwijs met het
experiment begonnen is, een gevolg was van de veronderstelling, dat het
openbaar onderwijs ook met de vrije zaterdag zou beginnen en dat het
onontkoombaar zou zijn. Spreekster vindt die verklaring van onontkoom-
baarheid een heel gevaarlijke zaak. Want wanneer als consequentie het
openbaar lager onderwijs eenmaal begint met de vrije zaterdag, zal het
inderdaad ook onontkoombaar zijn dat het middelbaar onderwijs volgt,
en dat zou inderdaad een catastrophe zijn. Voor de kinderen van de mid-
delbare scholen zal dat een ramp betekenen. Verder zou spreekster
alleen nog even willen zeggen, dat uit de enquete die inzake de vrije
zaterdag in Bloemendaal is gehouden, bieek, dat de mening van de ouders
fifty-fifty voor en tegen was. Daar schieten we dus niet veel mee op.
Spreekster weet, dat het merendeel van de onderwijzers, tegen hun eigen
belang in, maar in het belang van het onderwijs, tegen een vrije zaterdag
is.
Wethouder Corver antwoordt, dat het betoog van de beide dames hem
uit het hart is gegrepen. Mevr. Cohen heeft wel van spreker gehoord
hoe het met de vrije zaterdag bij het onderwijs gegaan is, maar haar
mening dat het bijzonder onderwijs veronderstelde dat het openbaar
onderwijs de vrije zaterdag zou invoeren, is onjuist. Men is vooruitge-
lopen op een verkeerde veronderstelling.
Mevr. Cohen: ,,Maar hoe komt die onontkoombaarheid dan in de we-
reld?"
'fustsi.Wethouder ^■'ohon antwoordt, dat burgemeester en wethouders dit jaar
drie vrije zaterdagen hebben gegeven omdat er in het voorjaar inderdaad
/e hiaten in de klassen vallen doordat veel ouders die vrije zaterdagen be-
fnutten om op lang weekend te gaan. Op de ene school ligt dat zus en
op de andere zo, maar het wordt inderdaad als regel een wat onregelma-
tige boel. Daarom heeft het college gemeend in de drie voorjaarsmaanden
van het volgend jaar, dus mei, juni en juli, op de zaterdagen vrij te moe-
ten geven mits een compensatie daartegenover staat. Die compensatie
wordt ruim gehaald want anders zou deze maatregei ten koste gaan van
de kinderen en van de opleiding. Wanneer men spreker vraagt of het