365
20 december 1963.
geweest in intergemeentelijk verband. Burgemeester en wethouders heb-
ben op een zeker moment de hoop gehad, dat in Haarlemmermeer een
L.O.M.-school zou kunnen worden gesticht, mede voor de verschillende
omliggende gcmeentei;, rnaar men is daar nog niet veei verder mee
gekomen. Burgemeester en wethouders zullen blijven aandringen om, in
samenwerking met andere gemeenten, tot de stichting van een L.O.M.-
school te komen, dat zo gunstig mogelijk voor de Heemsteedse leerlingen
is gelegen, omdat er vervoer naar en van dat sehooltje mogelijk moet
zijn. Mevr. Cohen en ook andere leden van de raad, hebben indertijd aan-
gedrongen op de stichting van een L.O.M.-school c.q. op intergemeente-
lijk overleg op dit punt en nu wijkt mevr. Cohen door met een voorstei
te komen tot het aantrekken van een gemeentelijke ambtenaar of ambte-
nares op dit gebied, van haar oorspronkelijk voorstel af.
Mevr. Cohen zegt, alleen maar betreurd te hebben dat die L.O.M.-school
middels het intergemeentelijk overleg niet tot stand kan komen. Zij vraagt
nu aandacht voor de kinderen met lees-, taal- en rekenmoeilijkheden. In
Haarlem b.v. is een aparte klas buiten de L.O.M.-school om, waar lessen
worden gegeven aan deze categorie kinderen.
Wethouder Corver merkt op, dat mevr. Cohen dus eigenlijk kinderen
bedoelt van de tweede categorie. Burgemeester en wethouders zullen nog
eens onder het oog moeten zien of daarvoor een aparte mogelijkheid kan
worden geschapen, maar vooralsnog hebben zij hun aandacht gericht op
de mogelijkheid van het stichten van een L.O.M.-klasje of L.O.M.-schooltje.
Spreker moet helaas zeggen, dat burgemeester en wethouders nog niet
veel verder met het intergemeentelijk overleg zijn kunnen komen. Spreker
zal zijn aandacht speciaal op deze zaak richten en bij de andere gemeenten
aandringen op de mogelijkheid dit verder te onderzoeken.
Mevr. Cohen merkt op, dat de wethouder niet heeft geantwoord op haar
vraag wat betreft de aanstelling van een psycholoog. Het is spreekster
opgevallen. dat dr. Bakker bij zijn afscheid heeft aangedrongen op
samenwerking met andere gemeenten op dit gebied.
De voorzitter zegt, dat deze materie behoort tot het terrein van mevr.
van der Meulen.
Mevr. Vriesendorp weet dat de schoolarts hiervoor graag een psycho-
loog zou willen inschakelen. Is er nu niet een mogelijkheid om in geval
van nood'de psycholoog uitgaande van het arbeidsbureau hierbij in te
schakelen. De onderwijzers op de scholen voelen echt wel behoefte aan een
nader onderzoek.
Wethouder Corver: ,,Dat zijn de psychologen voor de beroepskeuze."
Mevr. Vriesendorp zegt, dat zij die bedoelt. Spreekster meent, dat de
wethouder indertijd heeft gezegd, dat de in onze gemeente gevestigde man-
nelijke en vrouwelijke spraakleraar/lerares hier voldoende hulp bieden aan
kinderen die dat nodig hebben en dat het eigenlijk niet nodig is een aparte
klas voor kinderen met leesmoeilijkheden e.d. op te richten. Is dat zo?
Wethouder Corver antwoordt bevestigend.
Mevr. Cohen zegt, dat haar bezwaar is, dat er helemaal geen controle
op dergelijke kinderen is. Het is alleen toevallig dat er een goede spraak-
lerares en spraakleraar in de gemeente wonen.
Wethouder Corver vindt het moeilijk om rekening te houden met de
veronderstelde situatie dat men deze mensen nu eens niet zou hebben.
Spreker meent toch, dat een dankbaar gebruik kan worden gemaakt van
het feit dat ze er wel zijn. Men kan altijd incidenteel bekijken wat er moet