375
20 december 1963.
vrij slecht is gehuisvest n.l. die welke gevestigd is bij de ingang- van Meer
en Berg, Zij vraagt of het niet mogelijk is die groep dan een van die lood-
sen aan te bieden. De groepen hadden gevraagd om in de koepel van
Groenendaal samen te komen, maar spreekster heeft begrepen dat dat
ding zö bouwvallig is dat het gevaar zou opleveren.
De voorzitter zai daar een onderzoek naar instellen. Het is een nogal
romantisch geheel. De jongens zijn er nogal op gebrand.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
VlIIb. BENOEMING LID VAN DE COMMISSIE ALS BEDOELD IN
ARTIKEL 8 DER WOONRUIMTEWET 1947.
De aanbeveling is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
143. Benoeming iid vorderingscommissie.
De voorzitter verzoekt de heren Brandsma en Enschedé met hem het
bureau van stemopneming te vormen.
Uit de gehouden stemming blijkt, dat mevr. G. Prager-Bos met alge-
mene stemmen is benoemd tot lid van de commissie als bedoeld in artikel 8
der woonruimtewet 1947, met ingang van 1 januari 1964 tot 1 oktober
1964.
IX. RONDVRAAG.
Hiervan wordt geen gebruik gemaakt.
De voorzitter zegt: „Het is de laatste vergadering van dit jaar en uiter-
aard is het mij een behoefte u te danken voor de wijze waarop u deze
beraadsiagingen hebt gevoerd. Ik geloof dat wij dit jaar niet in tijdnood
zUn gekomen. Ik ben blij dat u zich hebt kunnen vrijmaken in deze toch
voor u allen zo drukke tijd. We hebben een moeilijke tijd achter de rug.
Voor het bijwonen van de commissievergaderingen en de afdelingsverga-
dering mijn harteiijke dank. Het is altijd het streven van het college om,
voordat het nieuwe jaar ingaat, met de begroting over de streep te ko-
men. Dat is nu gelukt. Hiervoor mijn hartelijke dank.
Het is mij een behoefte u ailen het allerbeste toe te wensen voor het
komende jaar. Wanneer men in zijn persoonlijk ieven meemaakt dat men-
sen die men heel goed heeft gekend, piotseling worden weggenomen, dan
voelt men de betrekkelijkheid van het leven. Wij hebben dit jaar ook
iemand uit ons midden moeten missen. Ik wens u toe, dat u allen een
gelukkig jaar tegemoet gaat met een gelukkig gezinsleven en een goede
gezondheid. Het ga u allen wel in het komende jaar."
De heer Van der Linden zegt: „M.d.v. Ik moge u danken voor de har-
telijke woorden tot ons gesproken. Wij hebben gisteren en vandaag een
zware taak gehad, maar die is toch wel voor een groot gedeelte verlicht
door de wijze waarop u deze bijeenkomst hebt geleid. Er was nog wel
eens een vrolijke noot tussendoor en dat is altijd prettig. Dat we toch
weer zonder kleerscheuren aan het eind van de vergadering zijn gekomen,
is te danken aan uw prettige leiding. Wat uw wensen betreft, wil ik mij
namens de raad graag aansluiten bij de woorden van nagedachtenis die u
even hebt gewijd aan het feit dat wij dit jaar iemand uit ons midden
hebben moeten missen. Wij bieden u onze beste wensen aan voor de ko-
mende feestdagen. Wij hopen dat ze prettig mogen zijn en dat u met
de uwen avonden en dagen zult mogen hebben die in de geest zijn zoals