30 januari 1964
13
staat, dat de grond als vervangende grond zal kunnen dienen. Spreker kan
de verzekering geven, dat de kwestie volks-, school- en werktuinen ernstig
is besproken. Persoonlijk wil spreker met de volkstuinders de zaak wel
bespreken. Hij zal van de uitnodiging om de vergadering van de volkstuin-
ders bij te wonen zeer gaarne gebruik maken. Zolang de gemeente die
grond niet nodig heeft, zal de grond natuurlijk verhuurd worden. Het is
ook helemaal niet erg als deze grond misschien een tijdje braak zal moe-
ten liggen. Dat zal geaccepteerd moeten worden.
De Voorzitter vindt het jammer, dat de heer Kooijmans het college van
burgemeester en wethouders de klap op de vuurpijl heeft ontnomen door
te attenderen op de term „vervangende grond". Spreker begrijpt dat mevr.
Cohen deze kans met beide handen heeft aangegrepen maar zij mag zeker
niet uit het voorstel lezen dat burgemeester en wethouders menen, dat
deze grond bestemd moet worden voor volkstuinen. Deze grond wordt aan-
gekocht omdat de gemeente later vervangende grond nodig kan hebben.
Spreker wil nog even naar voren brengen, dat burgemeester en wet-
houders met de Vereniging van volkstuinders een bespreking hebben ge-
had en dat burgemeester en wethouders in afwachting zijn van het resul-
taat van die bespreking. Mogelijk kan een complex volkstuinen net over
de grens van de gemeente tot stand worden gebracht. Dat maakt natuur-
lijk geen verschil, want die plaats is misschien nog dichter bij het centrum
der gemeente dan de grond aan de Prinsenlaan.
De heer Willemse vraagt of het mogelijk is dat de gemeente Heemstede
in een andere gemeente grond voor dat doel koopt.
De Voorzitter„We kunnen natuurlijk altijd grond kopen, maar dat is
nog niet aan de orde."
De heer Willemse: „Het zou aan de orde kunnen komen."
De Voorzitter,,Dat is een tweede. Dan speelt die zaak eerst in het
college van burgemeester en wethouders enz. tot er eventueel een voorstel
komt."
De heer Willemse: „Het is dus niet uitgesloten."
De voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders hebben gezegd, dat
zij bereid zijn aan de totstandkoming van een volkstuincomplex medewer-
king te verlenen. Hoever die medewerking gaat is nog niet bepaald.
Mevr. Cohen merkt op, dat de aan te kopen grond dus ook kan worden
gebruikt voor de volkstuinders die op grond tuinen waarop in de toekomst
gebouwd zal worden. Daaraan is bij de aankoop van deze grond wêl ge-
dacht.
De voorzitter: „Die mogelijkheid bestaat. Denkt u ook aan de school-
tuinen."
Mevr. Cohen meent, dat dan in de toekomst de mogelijkheid zal blijven
bestaan, dat de volkstuinen uitgebreid kunnen worden tot iets meer.
De Voorzitter: „Mevrouw u hebt uw sporen voor de volkstuindersvereni-
ging verdiend."
Mevr. Vriesendorp begrijpt niet, dat deze grond voor schooltuinen zal
kunnen worden gebruikt, omdat het terrein veel te ver weg ligt voor de
scholen.
De Voorzitter antwoordt dat burgemeester en wethouders in hun voor-
stel een omschrijving hebben genomen. Mevr. Cohen haakte in op het
woord volkstuinen. Burgemeester en wethouders hebben alleen willen spre-
ken van vervangende grond.