30 januari 1964
17
De heer Rutgers heeft zijn laatste vraag met een lach gesteld. Spreker
mag daaruit wel concluderen dat de heer Rutgers zeker niet verwacht
daarop een bevestigend antwoord te krijgen. De plannen voor het Oude
Slot zijn nu zover voortgeschreden, dat spreker thans kan zeggen, dat
het de bedoeling is in de volgende vergadering van de raad deze zaak aan
de orde te stellen. Zoals spreker in de vorige raadsvergadering al heeft
gezegd, hoopt hij, dat dan de gehele raad met de volledige restauratie van
het Oude Slot kan instemmen omdat de gevonden bestemming van het
rechterbouwhuis verantwoord is.
De heer Brandsma zegt, dat het niet bij hem is opgekomen iets te zeg-
gen over de vrijheid van handelen van het schoolbestuur. Daar gaat het
helemaal niet om. Sprekers fractie heeft alleen gezien dat de school be-
hoefte heeft aan sportvelden. Het zou zelfs mogelijk zijn geweest, dat het
bestuur vergeten had de sportvelden in het plan op te nemen en dat er
dan vanuit de raad de vraag was gekomen of het bestuur geen sportvel-
den moest aanleggen. Spreker vindt, dat waar deze school zo in de onmid-
dellijke nabijheid van een respectabel sportcomplex komt te staan, het lo-
gisch is, dat men vraagt of niet gebruik kan worden gemaakt van de be-
staande velden. Gesteld dat het bestuur van de Heemsteedse sportparken
zou zeggen dat er voor de school geen plaats is op de sportvelden, dan is
het hele verhaal uit. Mogelijk bewijst men het schoolbestuur een dienst
door te zeggen dat de mogelijkheid aanwezig is om van het reeds bestaan-
de sportcomplex gebruik te maken. Daar kan dan t.z.t. een rëgeling voor
worden getroffen, zodat het schoolbestuur er van verzekerd kan zijn, dat
het voor de leerlingen de sportaccomodatie krijgt die het nodig heeft. Met
die intentie heeft zijn fractie deze gedachte naar voren gebracht met na-
tuurlijk in het achterhoofd de overweging en spreker meent dat dit
heel juist is dat moet worden gestreefd naar een efficiënt gebruik van
overheidsgelden, hoewel dit dan in dit geval niet in de eerste plaats voor
de gemeente geldt. Spreker zal er geen voorstel van maken, maar zijn
fractie zou het toch wel op prijs stellen indien het college eens zou overwe-
gen of hier iets in zit dat zou kunnen uitmonden in een vrijwillig gesprek
over deze zaak met het schoolbestuur.
De Voorzitter wil, voordat het debat een beetje moeilijk wordt, zeggen,
dat de heer Brandsma het niet helemaal juist ziet, maar misschien heeft
spreker het ook niet juist of duidelijk genoeg gezegd. Het betreft hier een
zaak die het departement van onderwijs, kunsten en wetenschappen aan-
gaat en het departement eist dat er sportvelden bij het lyceum worden
aangelegd opdat men baas zal zijn in eigen huis enz. Maar wat is er voor
i ezwaar tegen dat daar 2 sportvelden komen Er komen geen lelijke stel-
lages of gebouwen of wat dan ook! Het blijft open terrein en met die
grond kan verder niets anders gebeuren.
De heer Brandsma zou als hij in de schoenen van het schoolbestuur
stond, de naar voren gebrachte gedachte graag overwegen omdat hij zich
dan van een last ontslagen zou achten.
De heer Verkouw zegt, dat de heer Brandsma alleen naar voren heeft
willen brengen of het wel verantwoord is om voor dit doel overheidsgeld
te investeren.
De Voorzitter kan alleen m.aar zeggen dat dit des departements is.
Ir. Kooijmans zegt, dat het schoolbestuur na veel moeite er in is ge-
slaagd de vergunning te ontvangen om dit stuk grond voor deze prijs te
kopen. Wanneer men de prijs zou gaan verhogen betekent dit, dat met een
kleiner stuk grond genoegen zal moeten worden genomen. Het gevolg hier-
van zal zijn, dat men hoger zal moeten bouwen en dit is in de buurt van