30 januari 1964
29
XXXI A. TOEKENNING EREPENNING DER GEMEENTE.
Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
26. Toekenning erepenning der gemeente aan de heer A. van Wingerde.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
De Voorzitter schorst hierna de vergadering.
Na heropening der vergadering stelt de Voorzitter aan de orde punt
XXXII. AFSCHEID VAN DE HEER A. VAN WINGERDE
GEMEENTESECRETARIS.
De Voorzitter verzoekt de heren Van der Linden en Van der Hulst de
heer Van Wingerde en diens echtgenote te willen binnenleiden.
Na de gebruikelijke begroeting zegt de Voorzitter: „Dames en heren. Ik
moge allereerst tot diegenen uwer die zojuist niet aanwezig waren, een
woord van welkom richten en dat zeer in het bijzonder tot de familieîeden
en de gasten van onze scheidende secretaris. Het verheugt mij dat de pu-
bheke tribune geheel bezet is en dat zovelen getuige willen zijn van het
feit dat er iets gebeurt dat uiteraard een grote weerslag zal hebben voor
onze gemeente. Een secretaris, die langer dan 40 jaar de gemeente in ver-
scheidene functies heeft gediend, waarvan de laatste 5 jaar als secretaris,
gaat heen. Het is vandaag de laatste maal dat hij hier als secretaris in ons
midden is. Ik moge uiteraard een bijzonder woord van welkom richten tot
mevr. Van Wingerde. Bij het 40-jarig ambtsjubileum van uw man zat u
ook aan de ta.fel van burgemeester en wethouders en vandaag behoort gij
hier ook te zitten, naast uw man, voor wie gij zo ongelooflijk veel bent
geweest. Ik wii beginnen met u allereerst een kleine attentie te bewijzen
d°or u een bloemstuk te overhandigen, welke attentie ik ook wil bewijzen
aan uw dochter.
Dames en heren, het is in de korte tijd dat ik als burgemeester van deze
gemeente fungeer, reeds de derde maal dat op mij de taak rust om woor-
den van afscheid te spreken tot een gemeente-secretaris. Ik moet eerlijk
zeggen, het valt niet mee om de juiste woorden te vinden en daarin neer
te leggen de dank en de waardering die wij allemaal hebben voor de schei-
dende functionaris en te spreken uit naam van het hoogste college van
deze gemeente, de raad, uit naam van het college van burgemeester en
wethouders, uit naam van de burgemeester en uit naam van al diegenen
die behoren tot het gemeentelijk bestel. Bij het overdenken van de woor-
den die ik zou spreken, trof het mij bij het nalezen van de notulen van
raadsvergaderingen waarin afscheid werd genomen van secretaris Vos en
secretaris Schelling, dat de toen door mij gesproken woorden toeh eigen-
üjk niet zonder meer van toepassing zijn op deze secretaris. Goed, ze wa-
ren alle drie persoonlijkheden die zich ten volle aan hun taak hebben ge-
geven. Alle drie hebben zij meer dan 40 jaar de gemeente gediend. Ik kan
alleen maar constateren dat de gemeente zich gelukkig mag prijzen, dat
het hoogste administratieve ambt in deze gemeente gedurende zo lange
tijd telkens weer opnieuw werd bezet door een figuur van formaat. Maar
toch deden zij het allen anders. Ieder ging zijn eigen weg, had zijn eigen
geaardheid. Ik herinner me, dat bij het afscheid van de heer Vos in het
ontslagbesluit werd gesproken van „de onvergetelijke diensten aan de ge-
meente bewezen". In het ontsiagbesluit van secretaris Schelling werd ge-
sproken van „gewichtige en onschatbare diensten aan de gemeente bewe-
zen". In Uw ontslagbesluit secretaris, werd gesproken van ,,de uitzonder-
lijke wijze waarop hij aan het secretarisambt inhoud heeft gegeven". Ik
geloof niet dat de raad een betere karakterisering had kunnen vinden dan