27 februari 1964
39
De vergadering gaat ermede akkoord dat deze zaak nog eens wordt
bezien.
II. AANVRAGE BESCHIKBAARSTELLING VAN GELDEN INGEVOL-
GE ARTIKEL 72 DER LAGER-ONDERWIJSWET 1920 VOOR DE AAN-
SCHAFFING VAN LEERMIDDELEN VOOR DE ST. JOZEFSCHOOL.
Het ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno.
26. Leermiddelen St. Jozefschool.
De voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich hier-
mede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
III AANVRAGE BESCHIKBAARSTELLING VAN GELDEN INGE-
VOLGE ARTIKEL 72 DER LAGER-ONDERWIJSWET 1920 VOOR DE
AANSCHAFFING VAN MEUBILAIR VOOR DE BOSCH EN HOVEN-
SCHOOL.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
27. Meubilair Bosch en Hovenschool.
De voorzitter deelt mede, dat de commissie voor het onderwijs zich
hiermede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
IV. AANVAARDING ERFSTELLINGEN.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
28. Aanvaarding erfstellingen.
Mevr. Gaasterland zegt, dat bij haar fractie de vraag is gerezen, welke
bestemming aan de gelden die aan de gemeente zijn toegevloeid, zal wor-
den gegeven. Burgemeester en wethouders zeggen in het besluit, dat de
gelden zullen worden aangewend ,,op een wijze als met de bedoeling van
de erflaters in overeenstemming is". Heeft het college zich al gerealiseerd
wat dan wel de bedoeling van de erflaters geweest is en hebben zij zich
al een voorstelling gemaakt van de wijze waarop zij de bedoeling van de
erflaters zullen realiseren? Haar fractie zou de suggestie willen doen of
het geen aanbeveling verdient het geld toe te voegen aan hetgeen voor
de stille armen wordt bijeengebracht of om van het geld een extra uitke-
ring door sociale zaken te bekostigen.
De voorzitter zegt, dat deze vraag uitermate moeilijk is te beantwoor-
den. De erfenis is verdeeld onder een aantal maatschappelijke instellingen.
Het is dus de bedoeling om hier iets maatschappelijks mee te doen en het
lijkt spreker dan ook niet juist dat dit geld in de gemeentekas of bij so-
ciale zaken verdwijnt. Het coilege zal zich hierover nog nader beraden.
Mevr. Gaasterland zegt, dat in het besluit wordt gesproken van een
begunstiging van het burgerlijk armbestuur. De erflaters heeft dus wel
een bepaalde bestemming van het geld voor ogen gestaan.
De heer Verkouw merkt op, dat dit dan wel een zeer algemene is ge-
weest. Als de raad in allerlei finesses gaat treden, gaat men de bedoeling
van de erflaters interpreteren. De bedoeling van de erflaters is in zoverre
bekend, dat zij het geld toekennen aan het burgerlijk armbestuur dat nu.