27 februari 1964
41
In vakature IV mevr. E. N. L. de Heer-Jonker met 18 stemmen.
In vakature V de heer H. Wierda met 18 stemmen.
In vakature VI de heer W. P. Snijders Blok met 17 stemmen (1 stem op
de heer Thunnissen)
In vakature VII de heer H. Slagvekl met 18 stemmen.
IX. RESTAURATIE VAN „HET OUDE SLOT". VERHUUR VAN HET
RECHTERBOUWHUIS VAN „HET OUDE SLOT".
Het voorstel met ontwerp-besluiten is opgenomen in de gedrukte stuk-
ken onder volgno.
33a. Restauratie „Het Oude Slot" (met aanvullende nota).
33b. Verhuren van het rechterbouwhuis van „Het Oude Slot".
De voorzitter zegt, dat de commissie voor openbare werken het betreurt
dat in het raadsvoorstel te weinig gegevens waren vermeld over de voor-
waarden van de verhuur, over de openstelling van het gebouw voor het
publiek, over de wijze van bewaking van brug en voorplein e.d. Nadat
deze punten waren toegelicht heeft de meerderheid van de commissie zich
met het voorstel kunnen verenigen, mits in het huurcontract de bepaling
wordt opgenomen, dat het gehele complex afsluitbaar wordt gemaakt en
dat de huurster verplicht is op door de gemeente te bepalen tijden het
complex voor publiek open te stellen, terwijl de commissie voor de ge-
meente-financiën van oordeel was dat de tijd voor bestudering van dit
belangrijke voorstel voor de raadsleden te kort was geweest om zich daar-
over een gefundeerd oordeel te kunnen vormen. De naar de mening der
commissie zeer summiere inhoud van het voorstel kon daartoe evenmin
veei bijdragen.
Spreker maakt zijn excuus voor de late toezending van de raadsstukken
hetgeen te wijten is aan een bijzondere samenloop van omstandigheden.
Spreker zou de draad weer willen opnemen bij het einde van het debat van
26 september 1963. Hij gelooft niet dat het nodig is de punten die toen
uitvoerig zijn besproken, weer naar voren te brengen. Burgemeester en
wethouders hebben de motie van de raad zoveel mogelijk gevolgd en naar
een oplossing gezocht.
Mevr. Cohen zegt: In de 2e eeuw voor Christus was er een oude Romein-
se senator, die na iedere rede, die hij hield, over welk onderwerp dan ook,
eindigde met dezelfde, beroemd geworden woorden, waarin hij uitsprak wat
hij 't liefst van alles wenste, n.l. de vernietiging van de stad Carthago:
ceterum eenseo Carthaginem esse delendam. Spreekster noemt deze oude
heer hier niet, omdat zij ook maar enige sympathie voor hem voelt of de
woorden die hij sprak onderschrijft. Integendeel. Zijn liefste wens was het
vernietigen van een stad; haar liefste wens is de wederopbouw van een
brug.
De reden waarom spreekster deze man citeert is, dat zij wel iets van
hem heeft geleerd: door steeds maar weer uitentreure je grootste wens
te herhalen, gaat hij tenslotte in vervulling! Zijn woorden, toegepast op
ons eigen probleem, zullen dan ook als een rode draad door haar betoog
lopen: overigens ben ik van oordeel, dat de vredesbrug weer opgebouwd
moet worden. Spreekster zal wel daarom niet moe worden deze woorden
te herhalen, omdat de discussies in deze raad over het Oude Slot zo dik-
wijls zijn verzand in bijkomstigheden, belangrijke of onbelangrijke de-
tails. Spreekster wil daarom heel centraal stellen waarom het in deze
discussie nu eigenlijk gaat en er voor de zoveelste keer op willen wijzen,
dat het hier in de allereerste plaats gaat om het behoud van een monu-
ment, dat door zijn stijl uniek is in het hele land en waarschijnlijk ge-
bouwd is door de grootste bouwmeester van de 17e eeuw: Lieven de Key.