35
2e Afd.
26 maart 1964.
2. Een vaste of tijdelijke toelage wordt bepaald op ten hoogste 20 van
het salaris per week.
3. Een vaste of tijdelijke toelage kan worden ingetrokken, indien de re-
denen, op grond waarvan de toelage is toegekend, niet meer aanwezig
zijn.
4. Ook kan een uitkering-ineens worden toegekend aan de ambtenaar,
wanneer werkzaamheden van bijzondere aard daartoe aanleiding geven.
Artikel 8.
De verstrekking van dienstkleding aan bepaalde ambtenaren of groe-
pen van ambtenaren wordt door burgemeester en wethouders bij afzon-
derlijk besluit geregeld, gehoord de hoofden van dienst.
Artikel 9.
De vergoeding voor het gebruik van eigen vervoermiddelen in dienst der
gemeente wordt door burgemeester en wethouders bij afzonderlijk besluit
geregeld, gehoord het betrokken hoofd van dienst.
Artikel 10.
Voor gevallen, waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid
voorziet, wordt door burgemeester en wethouders een nadere regeling ge-
troffen.
Artikel 11.
Deze verordening treedt in werking te rekenen met ingang van de eerste
dag van de salarisweek, waarin 1 januari 1964 viel, met ingang van welke
datum vervalt de Verordening regelende de bezoldiging der ambtenaren
op weeksalaris, vastgesteld bij raadsbesluit van 24 mei 1962, no. 69 en ge-
wijzigd bij raadsbesluit van 28 februari 1963, no. 23.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van 26 maart 1964.
De voorzitter,
secretaris,