22 juli 1964
171
tisch is genoemd, is geen sprake, maar het zwembad zal wel tijdig voor het
volgend seizoen gereed zijn. Er is wel door een te krappe personeelsbezet-
ting een kleine periode geweest dat het tempo van het werk wat afzakte,
maar er is toen hevig op de trom geroerd. Na een week of drie is dat weer
bijgetrokken en daarna heeft spreker geen klachten meer vernomen.
De heer Verhoeven heeft bezoek gehad van een directielid van Albert
Heijn, in verband met de brief die Albert Heijn van het college heeft ge-
kregen, waarin burgemeester en wethouders mededelen, dat zij geen mede-
werking zullen verlenen aan het uitbreiden van de geprojecteerde parkeer-
ruimte. In een nader verzoek van Albert Heijn wordt gevraagd om, indien
het eollege ook daarop een afwijzende beslissing zou willen nemen, de mo-
gelijkheid te openen met burgemeester en wethouders over deze zaak te
spreken. Spreker zou graag willen weten of burgemeester en wethouders
inmlddels al op deze brief hebben gereageerd en indien dat niet het geval
is, of de mogelijkheid bestaat dat Albert Heijn dat gehoor alsnog krijgt.
Spreker is nl. van mening, dat er toch wel een paar argumenten zijn die
er voor pleiten daar in het algemeen belang een algemeen parkeerterrein
toe te staan.
De voorzitter antwoordt, wel te kunnen zeggen, dat ter plaatse een par-
keergelegenheid zal komen maar dat de verlangens met betrekking tot dit
terrein steeds worden uitgebreid, zoals dat bij dit soort zaken gaat. Het
college heeft tegen uitbreiding van de parkeerruimte toch wel bedenkingen
en zich o.a. afgevraagd, of het karakter van de straat zomaar veranderd
kan worden en of een en ander niet planologisch moet worden bekeken.
Het is bovendien de vraag of deze zaak niet op een gegeven moment aan
de raad moet worden voorgelegd. Kortom deze zaak is nog in bewerking.
Spreker heeft niet het minste bezwaar om, als men daartoe de wens te
kennen geeft, nogmaals deze zaak rustig met de heren van Albert Heijn
te bespreken.
De heer Verhoeven zegt, argumenten te hebben gehoord die hem toch
wel aanspraken. Van een uitsluiting van hen, die van het parkeerterrein
gebruik willen maken en geen bezoek brengen aan de supermarkt, is geen
sprake.
De voorzitter antwoordt, dat dit wêl het geval zal moeten zijn. Dat was
juist een van de redenen waarom burgemeester en wethouders geen mede-
werking willen verlenen.
De heer Verhoeven: „Waarschijnlijk zal ten aanzien van die eis wel wat
water in de wijn worden gedaan."
De voorzitter zegt, dat deze uitsluiting een prachtige methode is om
het kopen in een bepaalde winkel te stimuleren. Men zou ook een hoog
parkeergeld kunnen eisen, hetwelk men dan in een bepaalde winkel terug
kan krijgen.
Hierna sluit de voorzitter de vergadering.
De secretaris, De voorzitter,
Parkeerterrein supermarkt Binnenweg