179
27 augustus 1964
bouw in de vrije seetor liggen inderdaad de moeilijkheden. Spreker geeft
toe dat een gewaarschuwd man en een gewaarschuwd college voor twee
telt. Burgemeester en wethouder zullen uiteraard toezien, dat niet op on-
oirbare wijze de concessies die wellicht met betrekking tot de woningwet-
bouw gedaan zouden kunnen zijn, daarop worden verhaald. Het zal een
eerlijke open zaak moeten blijven waar niemand de dupe van kan worden
en het gemeentebestuur zal van zijn kant doen wat gedaan moet worden.
Het college zal deze waarschuwing, voor zover nog nodig, zeker ter harte
nemen.
Inderdaad zal rekening moeten worden gehouden met het doorberekenen
van de gevolgen van de risicoregeling in de huur. Het eerste jaar is het
risico door de aannemer genomen, het tweede kon en mocht hij dat niet
nemen. Wanneer dus in het tweede jaar verhoging van het loon plaats
vindt, zal de exploitatie van de huizen iets ongunstiger worden, maar het
hangt er helemaal van af hoe hoog die loonsverhoging zal zijn. De geluiden
daaromtrent zijn wel van dien aard, dat toch van alle kanten wordt aan-
gedrongen op voorzichtigheid. Het gaat echter allemaal buiten ons om. We
zullen moeten aanvaarden wat er op dit gebied komt. Het kan natuurlijk
maar dat was niet de teneur van de vraag niet een reden zijn om
niet te doen wat nu wordt voorgesteld.
De heer Willemse heeft terecht opgemerkt, dat een aantal van 40 gara-
ges op 88 woningwetwoningen wel erg veel is. Vroeger werd de bouw van
elke garage teveel geacht en het is daarom een verheugend verschijnsel,
dat er nu met betrekking tot woningwetbouw gesproken kan worden over
de vraag of het aantal daarbij geprojecteerde garages niet te hoog is.
Spreker gelooft dat niet alleen naar de getallen 40 - 88 moeten worden
gekeken want de bouw van deze 40 garages is tevens dienstig aan het
halen van de prijs voor de woningwetbouw omdat men met betrekking tot
de bouw van garages wat minder gebonden is. Men kan de prijs daarvan
dus opvoeren tot de top. Het hindert niet of de aannemer voor de garages
teveel en voor de woningen te weinig krijgt. Zolang dit in het redelijke
bîijft is de garagebouw een post om met betrekking tot de totale aan-
neemsom nog eens wat te kunnen doen. Zo zijn de garages wel aan de dure
kant, maar de prijs kon nog wel de goedkeuring verkrijgen van degenen
die over de prijs moesten oordelen. Het is de bedoeling, een deel van deze
garages naar billijkheid toe te wijzen aan de stichting tot bevordering
van de woningbouw. De garages welke niet verhuurd kunnen worden aan
de bewoners van de woningwetwoningen kunnen aan de bewoners van de
vrije sector woningen ten goede komen, zodat deze garages over het gehe-
le plan Glip II worden verdeeld.
De heer Willemse heeft verder gevraagd of de voor garagebouw benutte
grond niet gebruikt had kunnen worden voor woningwetbouw. Dat is niet
het geval. Het plan is zodanig, dat deze terreintjes daarvoor te klein zijn.
Bovendien zou dan het uitbreidingsplan gewijzigd moeten worden, maar
het college ziet geen kans het zodanig te wijzigen dat daar, waar nu gara-
ges gebouwd zullen worden, woningen zouden kunnen worden gebouwd.
Deze inpandige terreinen zijn uitermate geschikt voor garagebouw en
daardoor nuttig gemaakt aan de woningbouw.
De heer Van der Hulst heeft er op gewezen, dat ook na 1964 de woning-
wetbouw zal moeten voortgaan en dat het college en met het college de
raad, dus maatregelen zullen moeten nemen om ook in de toekomst de
woningwetbouw te kunnen realiseren. Burgemeester en wethouders zijn
daar volop mee bezig door het voorbereiden van diverse uitbreidingsplan-
nen. Zij hopen en verwachten zelfs, dat, hoewel het wel eind 1965 zal wor-
den, weer een nieuw terrein beschikbaar zal zijn om het dan beschikbare
contingent te kunnen realiseren. Zij zullen in elk geval alles doen wat
mogelijk is om dit te bere'ken zodat het speculeren op verschuivingen van
contingenten naar volgende jaren vermeden zal kunnen worden.