113 2e afd. 24 september 1964. AANVULLING SALARIS AMBTENAREN TOT MINIMUM-BEDRAG. Aan de Raad, De Minister van Binnenlandse Zaken schrijft in een circulaire aan zijn ambtgenoten d.d. 17 augustus 1964, no. AB 64/1377 met betrekking tot de invoering van een minimum-inkomen voor het rijkspersoneel o.m. het vol- gende „1. Ingeval het inkomen (zoals dat in punt 3 is omschreven) van een ambtenaar of een arbeidscontractant in dienst van het Rijk, die 24 jaar of ouder is en werkzaam in een functie met een volledige dag- taak, beneden het in punt 2 genoemde minimum-inkomen mocht blij- ven, dient hem een toelage te worden toegekend ten bedrage van het verschil. Bij een deelbetrekking dient het inkomen naar evenredigheid te wor- den bepaald. De regeling geldt in verband met de bij de overheid doorgevoerde equal pay zowel voor vrouwen als voor mannen. 2. Het minimum-inkomen wordt gesteld op 434,20 per maand, ongeacht de standplaatsindeling. Dit bedrag stemt overeen met een schaal- bedrag uit de salarisreeks, geldende voor gemeenten der le klasse, te weten 407,vermeerderd met de minimum-huurcompensatie ad 27,20. 3. Voor de beoordeling of het minimum-inkomen al dan niet wordt bereikt, dient te worden uitgegaan van het geldende salaris, vermeer- derd met de looncompensatie voor de huurverhogingen van 1960 en 1962 en met toelagen op grond van het Bezoldigingsbesluit. Voor per- soneelsgroepen die niet onder de werking van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1948 vallen dient te worden uitgegaan van een met het bovenstaande overeenkomende basis. 4. Vorenstaande maatregel gaat in te rekenen van 1 januari 1964. Ik verzoek U, in afwachting van het formeel tot stand komen van de nieuwe toelageregeling, aan de belanghebbenden de toelage reeds bij wijze van voorschot te doen uitbetalen." De Minister verzoekt de gemeentebesturen de betreffende bezoldigings- verordeningen voor zoveel nodig met een bepaling terzake van deze mate- rie te doen aanvullen. Het Centraal Bureau inzake .gemeenschappelijke behandeling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden adviseert de aangesloten ge- meenten in een brief d.d. 11 september 1964, no. 555, aan dat verzoek te voldoen. Een definitieve regeling dezer materie zouden wij voorshands uit willen stellen tot 1 januari 1965, op welk tijdstip de bezoldigingsverordeningen toch op verschillende punten wijziging zullen behoeven. Wij stellen U dan ook thans voor de rijksregeling te dezer zake door vaststelling van nevensgaand ontwerp-besluit voor het jaar 1964 van toe- passing te verklaren. In dit verband zij vermeld, dat de regeling slechts in enkele gevallen van toepassing zal zijn en dan nog tot een gering bedrag. De beide hierboven genoemde circulaires zijn voor U bij de stukken ter inzage gelegd. Heemstede, 16 september 1964. Burgemeester en wethouders van Heemstede, A. G. A. van Rappard. De secretaris, J. M. Kruitwagen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 15