117 3e afd. 29 oktober 1964 Artikel 22. Vrijstellingen. De rechten worden niet geheven voor: 1. het hebben van voorwerpen of werken, welke noodzakelijk voor de uitoefening van hun publiekrechtelijke taak door het rijk, de provin- cie of door waterschappen, veenschappen en veenpolders zijn aan- gebracht of geplaatst; 2. het hebben van voorwerpen of werken, welke door de gemeente zijn aangebracht of geplaatst; 3. het hebben van vanwege het staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie aangebrachte brievenbussen, postzegelautomaten, tele- fooncellen en niet tot reclame dienende aanwijzingsborden voor het publiek; 4. het hebben van wegwijzers en verkeersaanwijzingen door algemeen erkende instellingen werkzaam ten nutte van het verkeer; 5. het hebben van borden gevende aanwijzingen betreffende openbare middelen van vervoer; 6. het hebben van wachthuisjes ten behoeve van openbare middelen van vervoer; 7. het hebben van voorwerpen uitsluitend gebezigd voor een weldadig doel; 8. het hebben boven gemeentegrond van hijsbalken, lichtbakken, luifels, markiezen, reclameborden, vlaggen, vlaggestokken en zonneschermen; 9. vaartuigen rechtstreeks in dienst van het rijk, de provincie en de gemeente 10. vaartuigen die alleen voor doorvaart gebruik maken van openbaar water; 11. bijbootjes, behorende bij vaartuigen, waarvoor reeds rechten zijn betaald. Artikel 23. Invulling formulieren. 1. Aan ieder, die op grond van deze verordening rechten verschuldigd is of kan worden kan een formulier worden uitgereikt. Het formulier is gedagtekend. 2. Ieder, die een formulier als bedoeld in het eerste lid heeft ontvangen, is verplicht dit duidelijk, volledig en naar waarheid in te vullen, te ondertekenen en dit binnen 14 dagen na de dagtekening van de uitrei- king te doen toekomen aan de chef van de afdeling belastingen ter gemeentesecretarie. 3. Voorts is ieder, aan wie een formulier is uitgereikt, verplicht aan de ambtenaren van de gemeente, die daartoe in het bijzonder zijn aan- gewezen, alle inlichtingen te verschaffen, die zij voor een juiste toe- passing van deze verordening nodig oordelen. Artikel 24. Navordering. 1. Indien enig feit grond oplevert voor net vermoeden, dat ten onrechte

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 8