117 3e afd. 29 oktober 1964 geen of te weinig recht is geheven, kan het te weinig geheven recht worden nagevorderd, zolang niet drie jaren sedert de aanvang van het kalenderjaar, waarover de gelden waren verschuldigd, zijn verstreken. 2. Het na te vorderen bedrag wordt met een gelijk bedrag verhoogd. 3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van deze verhoging geheel of gedeeltelijk kwijtschelding te verlenen, indien op grond van dwa- üng, verschoonbaar verzuim of niet aan de belastingplichtige te wijten oorzaken, redenen daartoe aanwezig zijn. Artikel 25. Ambtshalve vermindering. Ten onrechte of tot een te hoog bedrag vastgelegde aanslagen kunnen ambtshalve worden verminderd of vernietigd, zolang niet sedert de aan- vang van het belastingjaar drie jaren zijn verstreken. Artikel 26. Delegatie. Voor de toepassing van de artikelen 297, 299 en 300 der gemeentewet wordt ten opzichte van deze belasting in plaats van de raad, van burge- meester en wethouders en van de burgemeester aangewezen de chef van de afdeling belastingen der gemeentesecretarie. Artikel 27. Inning. De inning en invordering van de belasting geschiedt door of namens de gemeente-ontvanger overeenkomstig de artikelen 291 tot en met 295 van de gemeentewet. Artikel 28. Betaling. De belasting moet worden betaald: a. indien kohieren zijn opgemaakt en vastgesteld: binnen een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet; b. indien geen kohieren zijn opgemaakt: bij vooruitbetaiing of onmiddellijk nadat de belastingplichtige van het verschuldigde bedrag is kennisgegeven. Artikel 29. Strafbepaling. Niet of niet behoorlijke vervulling van de formaliteiten, welke voor een juiste heffing van de in deze verordening genoemde rechten noodzakelijk zijn, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geld- boete van ten hoogste driehonderd gulden. Artikel 30. Inwerkingtreding. 1Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1965.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 9