149
2e afd.
26 november 1964
le WIJZIGING VEKPLAATSINGSKOSTENVERORDENING
De Raad der gemeente Heemstede;
Gezien de circulaire van de Minister van Binnenlandse Zaken d.d. 22 mei
1964, no. AB 64/U 982, alsmede de adviezen van het Centraal Orgaan
inzake gemeenschappelijke behandeling van gemeentelijke personeelsaan-
gelegenheden d.d. 6 april 1964, no. 211, 15 juli 1964, no. 465, en 10 sep-
tember 1964, no. 550;
Mede gezien het voorstel van burgemeester en wethouders
BESLUIT:
de Verplaatsingkostenverordening, vastgesteld bij zijn besluit van 30
november 1962, no. 129, te wijzigen als volgt:
I. In artikel 1, sub d, worden de woorden „kindertoelage en -toeslag
en/of kinderbijslag" vervangen door de woorden „kindertoelage inge-
volge de Kindertoelageregeling Overheidspersoneel en de kinderbijslag
ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet".
II. Artikel 2, tweede lid, onder a, wordt gelezen als volgt:
a. het in opdracht van burgemeester en wethouders verlaten van een
dienstwoning bij ontslag, tenzij dit ontslag is verleend op eigen
verzoek geen verband houdende met pensionering dan wel
als gevolg van aan belanghebbende naar het oordeel van burge-
meester en wethouders te wijten feiten of omstandigheden.
III. In artikel 3, derde lid, wordt tussen de woorden ,,verhuiskostenvergoe-
ding" en „worden verleend" ingevoegd de zinsnede „of een tegemoet-
koming in de overdrachtskosten bij aankoop van een woning".
IV. In artikel 4, tweede lid, wordt in plaats van de zinsnede ,,ingeval
van verplaatsing: 10 met een minimum van 500,ingeval van
indiensttreding: ten hoogste 10, met een minimum van 500,ge-
lezen: „ingeval van verplaatsing of indiensttreding: 10, met een mini-
mum van 500,—;"
V. Tussen de artikelen 4 en 5 wordt ingevoegd een nieuw artikel 4a,
luidende:
Artikel 4a.
Aan een belanghebbende, bedoeld in de artikelen 2 en 3, kan ingeval
naar het oordeel van burgemeester en wethouders voor hem geen
passende huurwoning in de gemeente beschikbaar is en binnen afzien-
bare tijd ook niet beschikbaar zal komen, bij het betrekken van een
door hem gekochte woning in of nabij de gemeente, naast de verhuis-
kostenvergoeding, een tegemoetkoming in de volgende kosten worden
verleend:
a. 80% van de som van de kosten van de koopakte (notariskosten)
en de registratiekosten (fiscale heffing)
b. 40% van de makelaarscourtage.
VI. Artikel 8, eerste lid, tweede volzin, wordt gelezen als volgt:
„Indien in de gemeente wel een geschikt pension is te vinden, kan
in zeer bijzondere gevallen een tegemoetkoming in de pensionkosten
worden verleend."