26 november 1964
241
na indiensttreding de gemeentedienst verlaat. Spreker acht dit van beiang
omdat hij over het algemeen vindt, dat, wanneer ambtenaren wordt toege-
staan hier te komen wonen, dit vaak gepaard gaat met een belangrijk
offer ten aanzien van de huizenvoorraad van de gemeente. Het is spreker
opgevallen dat heel veel leegkomende huurhuizen aan ambtenaren worden
toegewezen. Ambtenaren hebben het geluk dat zij een pré hebben bij de
toewijzing van huurwoningen. Spreker vindt het daarbij een onjuiste
bijkomstigheid, dat ambtenaren soms heel kort na hun indiensttreding,
wat hun werk betreft, naar een nabijgelegen gemeente vertrekken en dan
hier blijven wonen. Kort geleden is nog zo'n geval voorgekomen. Spreker
vraagt zich dan ook af of die termijn van twee jaar misschien niet wat
kort is.
De heer Kooijmans zegt, dat de voorgestelde wijziging van de verplaat-
singskostenverordening bij hem geen bezwaar ontmoet. De heer Rutgers
heeft gevraagd of art. 3, lid 3, ook van toepassing is op het nieuwe artikel
4a. Spreker betwijfelt echter of deze toepasselijkheidverklaring veel
effect zal hebben. Immers wanneer een ambtenaar, geen huurhuis kun-
nende krijgen, probeert in Heemstede een huis te kopen, dan is dat een
teken dat hij hier wil blijven werken.
In het algemeen zullen ambtenaren niet zoveel hebben kunnen sparen
dat zij een zodanig bedrag beschikbaar hebben, dat zij naast de verkrijg-
bare hypotheek de aankoop van een huis kunnen bekostigen. Spreker stelt
de vraag wat de gemeente in dit opzicht nog meer kan doen. Spreker
weet wel dat de gemeente geen geldlening aan de ambtenaar kan ver-
strekken maar zij kan een garantie geven voor een door de ambtenaar te
sluiten geldlening, waardoor de ambtenaar tegen een matige rente een
geldlening kan sluiten. Uit de bevestigende reactie van de secretaris zou
spreker burgemeester en wethouders in overweging willen geven, vanwege
de gemeente eventueel een lening voor aankoop van een woning te wil-
len verstrekken, uiteraard tegen beveiligende voorwaarden.
Wethouder Van Wijk wil het voorkomen dat de verplichting tot terug-
betalen ook geldt voor artikel 4a. Bovendien gaat het hier om een be-
voegdheid van burgemeester en wethouders. Zij kunnen er dus altijd de
bedoelde voorwaarde aan verbinden.
De door de heer Rutgers ter sprake gebrachte verlenging van de termijn
van twee jaar is een nieuw element. Spreker weet niet of het helemaal
geoorloofd is de ambtenaren, via de terugbetalingsplicht, meer aan de
gemeente te binden dan zij misschien gebonden mogen zijn. De vraag of de
grens van twee jaar mogelijk wat ruimer gesteld kan worden is naar
sprekers gevoelen een kwestie van smaak. Persoonlijk zou hij zeggen dat
het wel zou kunnen, maar hij gelooft dat dat nog nader moet worden be-
zien en eventueel nog aan de orde gesteld.
Wat de gedachte van de heer Kooijmans betreft, vraagt spreker zich af
of het niet te ver zou gaan als de gemeente een gedeelte van de koop-
prijs van een woning aan een ambtenaar zou lenen. Spreker dacht dat hier
of daar nog wel een juridische moeilijkheid kon schuilen omdat de ge-
meente alleen bij premiebouw een hypotheekgarantie mag geven.
Spreker wil er op dit moment nog niet aan, maar nu er leden zijn die ja
knikken, begint hij te twijfelen op dit punt. Het lijkt hem toch vreemd,
want hij ziet een ambtenaar die een huis koopt toch ook als een particuliere
inwoner van Heemstede. Het feit dat het een ambtenaar betreft zou voor
de gemeente een aanleiding kunnen zijn, maar daarbij blijft hij toch in
dit opzicht naar sprekers mening een gelijkgeschakelde met de anderen.
Bekeken kan worden of burgemeester en wethouders in dit opzicht wat
mogen doen en als dat zo is of zij wat zullen doen. Het gaat spreker vrij
ver.
Spreker gelooft dat de heer Rutgers te optimistisch is als hij zegt, dat