254 17 december 1964 verharding van de Leidsevaartweg in het komende jaar ter hand zal nemen...". Hieruit blijkt m.i. op het belangrijke punt van het verkeer van een onvoldoende samenwerking. Uit het antwoord op vraag 50 blijkt, dat nimmer intergemeentelijk overleg heeft plaats gehad over de oprichting van een tehuis voor geeste- lijk gestoorde bejaarden. Op een dergelijk overleg is vanuit deze raad naar ik meen in 1961 aangedrongen en de afwezigheid van dit overleg op het belangrijke punt van de volksgezondheid acht ik een Iacune. Over de vuilverwijdering is wel en al vrij langdurig intergemeen- telijk contact, doch kennelijk nog zonder resultaat. Deze zaak dringt en nu nog te vernemen, dat de raad „zodra mogelijk" op de hoogte zal wor- den gesteld, „met eventuele resultaten" is niet zeer bevredigend. Mijn tweede opmerking over de intergemeentelijke samenwerking sluit op het laatste aan. Tussen de colleges van burgemeester en wethouders en de ambtenaren wordt in Zuid-Kennemerland wel samengewerkt, doch de raadsleden hebben maar af te wachten of en wanneer daaruit resultaten komen. Zouden burgemeester en wethouders misschien bereid zijn te bevorderen dat er op ongeveer gelijke wijze als het Europees parlement bijeen komt een bescheiden begin wordt gemaakt met een samenkomen van afvaardigingen van de gemeenteraden ter bespreking van gezamen- lijke belangen? De begroting zelve heeft in algemene zin de volledige instemming van mijn fractie. Het is natuurlijk een teken aan de wand, dat het tijdperk van de overschotten op de begroting al weer is beëindigd en dat wij „slechts" met een sluitende begroting uit de bus komen, maar dit is voor mijn fractie meer een baken voor de verdere vaart van ons gemeentelijk schip dan dat wij over 1965 ook maar een enkel streekje van het kompas anders zouden willen varen dan de begroting aangeeft. De begroting is zonder ,,knijpen" op enige post opgesteld. Het verzorgingspeil is wederom gestegen, al moeten wij er niet blind voor zijn dat het uit te geven bedrag per inwoner in verband met de waardedaling van de gulden, noodzakelijk moet stijgen. Maar goed: het verzorgingspeil is in ieder geval gehand- haafd. Achter de begroting staat het beleid van het college van burgemeester en wethouders. Het doet mij waarlijk genoegen dat ik anders dan in enkele vorige jaren, toen ik het college enige kritiek niet kon besparen namens mijn fractie voor dit beleid in het algemeen waardering kan uit- spreken. Het afgelopen jaar heeft Uw beleid enige vruchten afgeworpen: het politiebureau komt van de grond, het zwembad kwam eindelijk in de grond, de kwestie „Oude Slot" kwam althans tot een voorlopig slot en aan de wegen werd het nodige gedaan, waarbij een woord van Iof aan Open- bare Werken niet mag worden onthouden voor de termijn waarbinnen het werk aan de Lanckhorstlaan is beëindigd. Even belangrijk is echter, dat het beleid voor de toekomst m.i. door Uw college wat vaster ter hand is genomen. Met de woningbouw is het het afgelopen jaar teleurstellend verlopen, maar wij zijn nu tenminste weer in blijde verwachting van een aantal woningen, al is het met de voorbereiding van deze bouw zo inge- wikkeld toegegaan, dat wij nauwelijks meer weten om in de beeld- spraak te blijven wie de ouders van deze nieuwe aanwas zijn geweest. Belangrijk voor de toekomst is echter, dat Uw college nadat ook uit onze fractie hierop herhaaldelijk was aangedrongen een meer pluriform beleid is gaan voeren en de „nota betreffende de woningbouw en uitbrei- dingsplannen" het licht heeft doen zien; wij juichen het verschijnen van deze nota toe en wij hebben voor grote gedeelten van de inhoud veel waardering. De spoed, waarmede aan de stedebouwkundige adviseur op- dracht is gegeven tot het vervaardigen van schetsplannen voor een aantal gebieden tegelijk en de lofwaardige activiteit van deze adviseur, die thans reeds deze schetsplannen heeft vervaardigd, stemmen ons tot verheugenis.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 10