260 17 december 1964 kader van het geheel der werken mogelijk is, aan de objecten, die de ver- keersveiligheid verhogen, prioriteit zal worden verleend. Met belangstel- ling ziet onze fractie uit naar de nota, die licht zal verschaffen en naar wij hopen ook een goede oplossing zal geven voor de verkeerssituatie op de Bmnenweg. Onze fractie is bereid haar oordeel over deze situatie op te schorten totdat de nota zal zijn verschenen. Een debat in dit stadium acht ze prematuur en daarom weinig vruchtdragend. Om u voorts op een punt gerust te stellen, wil onze fractie reeds gaarne nu verklaren, dat van haar zijde geen medewerking is te verwachten voor het onttakelen van de uitbreidingsplannen voor het raadhuis. De plannen, zoals die destijds zijn opgezet, waren volkomen verantwoord en de raad is zeker niet lichtvaardig te werk gegaan door ze te aanvaarden. Onze fractie heeft er voorts goede nota van genomen, dat burgemeester en wethouders het werkprogramma, zoals dat in het meerjarenplan tot uitdrukking komt, wil gebruiken als hefboom om de barriêres die door hoger bestuur zijn opgeworpen, zoveel mogelijk te doorbreken Om dit werkprogramma te verwezenlijken, zal het evenwel nodig zijn onze fractie wil daar graag de nadruk op leggen dat de personeelsbezetting van de gemeentelijke diensten zo zal zijn opgebouwd, dat zij haar taak aankan. Het is een kleine sprong, om via het meerjarenplan bij de financiële positie der gemeente terecht te komen. Het meerjarenplan en de begro- ting hangen immers nauw samen. In het algemeen kunnen wij het standpunt van het college, dat de begro- ting aan de hand van de gegevens, die ten tijde van haar samenstelling bekend waren, reëel is opgezet, wel onderschrijven. Aan voorspellingen zullen wij ons niet wagen. Uitgaande van de realiteit is het ons eehter opgevallen, dat burgemeester en wethouders deze realiteitszin verliezen zodra het meerjarenplan in zicht komt. De jaarlijkse lasten wegens rente en afschrijving, die uit het plan voortvloeien, worden voor 1965 op rond 360.000, geraamd, zonder dat het college met voorstellen tot dekking van deze lasten komt. Mist het college daartoe de moed, twijfelt het aan de verwezenlijking van de plannen dat zou al een zeer slecht begin zijn of delen burge- meester en wethouders het optimisme van sommige raadsleden dat het allemaal nog wel zal meevallen Zou het anders liggen, dan is onze fractie van oordeel, dat het niet van wijs beleid getuigt het aanwijzan van dekkingsmiddelen naar de toekomst te verschuiven. Nog een enkel punt uit het algemeen verslag. Onze fractie is met zorg vervuld over het antwoord van het college op vraag 58, betreffende de realisering van het in 1965 aan de gemeente toe e wijzen woningcontingent. De bedoeling van het college om aan de raad voor te stellen hiervoor terreinen, grenzende aan de Provinciënbuurt, te bestemmen, mag nog zo hoopvol klinken, maar deze hoop vervliegt bii de gedachte, dat de hele procedure voor het uitbreidingsplan van dit deel der gemeente nog moet worden ingezet. Wij zijn zeer benieuwd naar het ant- woord van het college, want het zou een niet te vergeven beleidsfout zijn wanneer een woningcontingent niet benut kan worden, doordat er geen goedgekeurd uitbreidingsplan is. De waakzaamheid van het college op het terrein van de aardgasvoorzie- nmg hebben wij met instemming begroet. Wij nemen aan, dat deze waak- zaamheid niet zal verslappen en dat met name de burgerij van de ontwik- keling op de hoogte zal worden gehouden. Dit brengt ons van zelf naar het verstevigen van het contact tussen overheid en burgerij. Het antwoord van het college op de vraag hierover îs wel erg mager uitgevallen. Ik zou hier willen wijzen op het preadvies over „Volkshuishouding en overheidsbeleid in het bewustzijn der burgers"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 16