17 deeember 1964
267
waarop de heer Verhoeven gemeend heeft op het stramien van elk jaar
verder te moeten breien, lijkt het mij toch, dat deze beschouwing enigzins
buiten het kader van de behandeling van de gemeente-begroting valt. Dit
te meer omdat juist de nota's van burgemeester en wethouders die bij de
begroting zijn overgelegd en waarvoor door de verschillende sprekers
grote waardering is uitgesproken, door hem onbesproken zijn gebleven.
Ik ben blij dat ook nu weer waardering is uitgesproken voor het werk
van de ambtenaren en dat gememoreerd is dat de secretaris, hoewel nog
slechts kort hier zijnde, zich zo goed heeft ingewerkt.
De heer Rutgers heeft gezegd, dat de jaarlijkse behandeling van de
begroting inhoudt, een bespreking van de financiële situatie van een over-
heidslichaam door een politiek college. Uiteraard is dat zijn goed recht.
T°ch geloof ik dat men voor het goed besturen van een gemeente de poli-
tiek buiten beschouwing kan iaten. Het gaat er eigenlijk niet zozeer om
uit welke politieke instelling men de zaken benadert maar het gaat aller-
eerst om het belang van de gemeente Heemstede. Het is kenmerkend
voor het college van burgemeester en wethouders dat de leden dit belang
nastreven zonder de zaken vanuit een politiek standpunt te beoordelen. In
het college zijn de leden ook vogels van diverse pluimage en de meningen
zijn uiteraard vaak verdeeld, maar zij vinden elkaar altijd weer doordat
bij hen het algemeen belang prevaleert.
Burgemeester en wethouders hebben dit jaar verschillende nota's doen
opstellen waarin de doeleinden zijn uitgestippeld welke het college in de
komende jaren wil bereiken.
De heer Rutgers heeft, mede naar aanieiding van publicaties in ver-
schillende bladen, gesproken over de agglomeratie. Ik kan voor een groot
deel onderschrijven hetgeen de heer Rutgers in deze naar voren heeft
gebracht. De heer Rutgers heeft o.a. gevraagd, hoe het college oordeelt
°ver de beste bestuursvorm voor de agglomeratie. Ik geloof dat deze vraag
nog niet kan worden beantwoord. De agglomeratiegedachte is levend. Er
is op het ogenblik onderlinge samenwerking en een uitwisseling van
gedachten en meningen. Ook is ingesteld een commissie die bestuderen zal
of wellicht een andere vorm dient te worden gekozen. Maar dit alles moet
niet worden overhaast. Er is een bereidheid van de gemeenten om samen
te werken en daar zijn wij heel dankbaar voor. Ik wil dadelijk erkennen,
dat door gemeentebesturen, tot de agglomeratie behorende, bepaalde
besiuiten zijn genomen die niet ter kennis zijn gebracht van de gemeente
die daar rechtstreeks belang bij heeft. Zoeven is genoemd wat de gemeen-
te Bennebroek heeft gedaan. Er is in dat geval tevoren geen overleg
gepleegd. Burgemeester en wethouders hebben kortgeleden een brief van
burgemeester en wethouders van Bennebroek ontvangen welke inhoudt,
dat zij besloten hebben de Leidsevaartweg te verbeteren en dat zij het
zouden appreciëren als dit werk geiijk door Heemstede zou worden aan-
gepakt, waardoor het dan goedkoper zou kunnen worden uitgevoerd, enz.
Het was natuurlijk beter geweest als dit tevoren was besproken. Zo zijn
er nog vele andere problemen die niet altijd tijdig ter sprake komen.
Ik moet toch wel waarschuwen voor de gedane suggestie om een ver-
gadering te doen plaats vinden van afvaardigingen van de verschillende
gemeenteraden. Het is al een heel grote vergadering als de colleges van
burgemeester en wethouders samenkomen, Ik geloof niet dat door een
bijeenkomst van raadsleden de weg zal worden geëffend om een beter
resultaat te krijgen, althans niet in dit stadium. Het is echter in genen-
dele de bedoeling om de raadsleden hier buiten te houden. Ik kan begrij-
pen dat vele raadsleden meer willen weten over wat er nu achter de
schermen gebeurt en hoever het met verschillende zaken staat. Ik kan
alleen maar zeggen, dat onzerzijds al het mogelijke zal worden gedaan
om de samenwerking te stimuleren en zoveel mogelijk goede resultaten te
bereiken.