17 december 1964 289 meerjarenplan niet inhoudt dat men zich daarop vastlegt. Het is slechts een prognose van wat komen gaat. Voor ieder werk moet t.z.t. een kre- dietaanvrage door de raad worden behandeld waarbij dan tevens de midde- len ter financiering daarvan zullen worden aangegeven. Het ontvangen van nieuwe inwoners ten raadhuize zal moeilijk gaan, omdat de raadszaal daarvoor te kiein is. Jaarlijks worden ongeveer 2000 inwoners ingeschreven. Ook voor het ontvangen van nieuwe kiezers is de beschikbare ruimte volkomen ongeschikt. Kortgeleden zijn de nieuwe kie- zers in Haarlem op een alleraardigste wijze ontvangen. Ik zou het echter volkomen fout vinden om dergelijke bijeenkomsten niet in het raadhuis te doen plaatsvinden maar b.v. in het verversingshuis, omdat dan juist de stijl ontbreekt. Dit is een reden temeer om het raadhuis uit te breiden. Ik wil eerlijk zeggen, dat burgemeester en wethouders ook niet tevre- den zijn met de bereikte resultaten op het gebied van de gemeentelijke samenwerking. De bereidheid om samen te werken is bij burgemeester en wethouders wel aanwezig, maar ik geloof niet dat dat bij alle betrokken gemeentebesturen het geval is. Het gaat om de bereidheid om eventueel een deel van de eigen competentie af te staan. We moeten beseffen, dat de gehele zaak in ontwikkeling is en dat in deze geen bekrompenheid past. Ik geloof dat ik mag spreken uit naam van burgemeester en wethouders, dat wij bereid zijn om eventueel offers te brengen om een betere samen- werking tot stand te brengen. Ik blijf er echter bij dat men in deze niet moet overhaasten. Ik geloof niet dat het tijdstip al aangebroken is om een afvaardiging van raadsleden van de verschillende gemeenten bij elkaar te doen komen. Men moet in de leden van het college van burgemeester en wethouders de afgevaardigden van de raad zien." De heer Kutgers: ,,Maar er is geen openbaarheid." De voorzitter: „Openbaarheid kunnen wij zoveel mogelijk betrachten. Er zijn echter bepaalde voorstellen of bepaalde besprekingen waarmee nog niet in de openbaarheid kan worden getreden. Hierbij moet met om- zichtigheid worden gewerkt. Burgemeester en wethouders kunnen toe- zeggen, dat, als een zaak in een zodanig stadium van voorbereiding ver- keert dat daarover mededelingen kunnen worden gedaan, dit ook zal gebeuren. De heer Enschedé behoeft niet bang te zijn dat de plannen voor de reorganisatie van de Binnenweg te laat in de verkeerscommissie aan de orde zullen worden gesteld. De verkeerscommissie krijgt ten volle gele- genheid haar advies over bepaalde verkeersmaatregelen aan het college door te geven. Er is dus geen sprake van een fait accompli. Ik ben blij dat de heer Van der Linden nu ook gezegd heeft dat de ver- schillende nota's van burgemeester en wethouders de volledige aandacht van zijn fractie hebben gehad en dat het niet memoreren daarvan niets afdoet aan de waarde die zijn fractie aan de nota's toekent." Wethouder Corver zegt: ,,Naar aanleiding van hetgeen de heer Verkouw heeft opgemerkt, wil ik nog eens duidelijk zeggen, dat er gemeenten zijn waar stinksloten niet kunnen worden gedempt, waar zuiveringsinstallaties niet kunnen worden gebouwd, dorpshuizen achterwege moeten blijven, enz. Er is echter door alle fracties van de Tweede Kamer op aangedrongen, dat er op financieel gebied betere voorzieningen voor de gemeenten zullen worden getroffen. Ook persoonlijk heb ik dat gedaan. Er is natuurlijk een heel schema van mogelijkheden. Er zijn o.a. de beroemde verfijningen voor bepaalde gemeenten maar ook tegemoetkomingen voor grote en dure openbare werken. Maar nu de regering heeft toegezegd, dat de moeilijk- heden ernstig bestudeerd zullen worden en op korte termijn zullen worden opgelost, mogen we daarop vertrouwen. Een andere zaak is, dat Heemste- de bij de tegenwoordige staat van de financiële verhouding nog niet zo

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 45