17 december 1964 249 omstandig-heid hier en nu, welke tengevolge van de actie van de centrale overheid van invloed is". Ik ben van mening, dat het de centrale overheid niet is gelukt om die spiraalbeweging van lonen en prijzen geheel af te remmen. Het heeft haar aan pogingen daartoe niet ontbroken. Ik noem hier het bevorderen van de stijging van de rentevoet door disconto-verhoging, het afromen van de kapitaalmarkt door leningen, die niet worden gebruikt voor kapitaals- investeringen, doch die bij de Centrale Bank worden geïmmobiliseerd, oftewel bevroren, het heffen van belastingen bij ramingen, die al of niet moedwillig steeds weer blijken te laag te zijn geweest, het in feite weer mstellen van bestedingsbeperkingen juist bij de lagere publiekrechtelijke lichamen (denk aan de P.T.T., die geen geld mag uitgeven voor haar meest renderende sector, de telefoondienst). Denk voorts aan de gemeen- ten, die beperkt zijn in de bedragen, die zij voor haar kapitaaldienst mogen lenen. Denk aan de pogingen om de prijzen te blijven beheersen, pogingen, die vaak schipbreuk leden doordat de buitenlandse invloed op de grondstof- prijzen ertoe heeft geleid, dat bepaalde verhogingen moesten worden getolereerd, terwijl bij bepaalde zeer arbeidsintensieve bedrijven een zeke- re doorberekening van de stijging der lonen in de prijzen niet kon worden voorkomen. Ondanks het boven geschetste beweegt zich het index-cijfer voor noodzakelijk levensonderhoud, daarbij 1939 op 100 stellende, thans ongeveer in de buurt van 375 en een verdere stijging is waarschijnlijk. Ik weet wel, dat wij sedertdien een wereldoorlog hebben gehad en een herstel; ik weet wel, dat wij een watersnoodramp hebben gehad, die ten koste van ontzaglijke opofferingen van onze totale nederlandse volkshuis- houding voor wat de materiële kant van de dingen aangaat, zo goed moge- lijk is hersteld, terwijl wij daarnaast miljarden gaan uitgeven aan maat- regelen om zulk een ramp voor toekomstige generaties te kunnen ver- mijden, zij het, dat die maatregelen in het leefpatroon van velen een ont- zag"lijke verandering zulien aanbrengen; ik weet, dat de conjunctuurtest °ver oktober, de laatste die mij bij het voorbereiden van deze beschouwin- gen ten dienste stond, gegevens verschafte, die voor 70 van de industrie, exclusief voedings- en genotmiddelen-industrie, representatief moet wor' den geacht en dat die test voor het grootste deel een normaal beeld ver- toonde; ik weet ook, dat de kwartaalcijfers voor het tweede kwartaal 1964 voor de produktie per werknemer weer een stijging vertoonden. Dat komt mede, ik mag dat hier eerlijkheidshalve niet verzuimen te zeggen, door de zogenaamde diepte-investeringen, dat wil zeggen tengevolge van de aanschaffing van arbeidsbesparende machines, waarvoor zelf-financiering en dus inhouding van winst geboden is en door het invoeren van arbeids- besparende organisatiemethoden, die ook investeringen meebrengen. Toch blijft de koopkracht van de gulden afnemen en zal zij blijven afnemen. Tussen de vingers van alle bestuurderen en regeerders door zullen hier te lande, ook doordat wij teveel van het buitenland afhankelijk zijn, naar mijn overtuiging de kosten stijgen en zullen zij biijven stijgen. Ik kom daar nog nader op terug. Wij hebben de meest recente voorbeelden van instabiliteit voornamelijk in Frankrijk gezien. Frankrijk heeft praktisch in alle na-oorlogse jaren en ook nu, na een periode van enige stabiliteit, verkeerd in een toestand van voortdurende instabiliteit, massale stakingen en een aantal regerin- gen, dat eerlijk gezegd een aanfluiting voor de democratie was. Ik durf te zeggen, dat dit inflatie-verschijnsel, dat zich in ons land toch nog maar in beperkte mate voordoet, zich onder welke centrale overheid dan ook in Nederland zal blijven voordoen. Wij zijn een klein land, dat na de oorlog in toenemende mate onder invloed van buitenlandse economische invloeden staat en dat als klein land niet zonder rekening te houden met die buiten- landse economische invloeden kan leven. Wij hebben industrieel gezien niet de benodigde grondstoffen zelf en onze invloed op de agrarische pro-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1964 | | pagina 5