2e afd. 18 december 1964
Aan de inkomstenzijde staat hier tegenover een verhoging
der uitkering uit het gemeentefonds terzake van het lager
onderwijs van 71.000,
en een verhoging der algemene uitkering uit dat fonds van f 603.000,
Totaal f 674.000,
Wanneer bij een vergelijking dezer cijfers dan nog in aanmerking
wordt genomen, dat het nadelig verschil tussen beide, groot f 241.000,
nagenoeg overeenkomt met het batig saldo der begroting 1964 van
250.000,dan zou de indruk kunnen zijn gevestigd, dat hierboven een
nagenoeg volledig overzicht van de verschillen tussen beide begrotingen
zou zijn gegeven. Uiteraard kan dit bij een beperking tot de allergrootste
verschillen, en zelfs deze niet volledig, onmogelijk het geval zijn en moet
de uitkomst dan ook als min of meer toevallig worden bestempeid.
Wij menen goed te doen hieronder op enkele daarvoor in aanmerking
komende onderdelen der begrotingen nog in het bijzonder het licht te doen
vallen.
Gas-, Duinwater- en Elektriciteitsbedrijven
Een vergelijking der voor 1964 en 1965 geraamde winst levert het vol-
gende op:
1964 1965
Gasbedrijf 38.000,14.000,
Duinwaterbedrijf 3.000,2.000,
Elektriciteitsbedrijf 44.000,36.000,
De salariskosten van de drie bedrijven tezamen stegen van 1964 op 1965
met rond 122.000,Hiertegenover staan o.m. een grotere opbrengst van
de verhuur van warmwaterdoorstroomapparaten (/10.000,een grotere
opbrengst van de verkoop van het duinwater 14.000,evenals van
elektriciteit (/22.000,Verder werd de raming van de aan derden in
rekening te brengen werken voor het Gasbedrijf verhoogd met 18.000,
voor het Duinwaterbedrijf met 2.000,en voor het Elektriciteitsbedrijf
met 14.500,Een en ander is een gevolg van de intensievere bemoeiin-
gen der bedrijven met de gemeentegebouwen en -werken.
Voor de drie bedrijven werd respectievelijk 500,200,en 500,
geraamd voor het geven van voorlichting aan de afnemers in het kader
van landelijke en plaatselijke akties.
In een achter elke begroting opgenomen toelichting op de staat van
bezittingen en afschrijvingen zijn de bedragen vermeld, tot welke in het
begrotingsjaar investeringen noodzakelijk worden geacht. Deze hebben
betrekking op normaal te achten uitbreidingen dan wel op uitgaven, waar-
voor in het verleden reeds kredieten door de raad werden verleend. In
totaal wordt geraamd voor het
Gasbedrijf 45.000,
Duinwaterbedrijf 16.000,
Elektriciteitsbedrijf 120.000,
In deze bedragen is respectievelijk 10.000,5.000,en 10.000,
begrepen voor onvoorziene uitbreidingen i.c. kleine objecten, welke in de
