14
30 januari 1965
kouw bezwaren oppert met het oog op de persvrijheid. De gemeente bindt
zich nergens toe. Alleen worden bepaalde mededelingen gedaan en verder
is zij volkomen vrij. Spreker kan de mening van de heer Verkouw over het
bedoelde artikel in Haarlems Dagblad niet delen. Hij begrijpt niet wat
voor moeilijkheden men daarin ziet. De voorgestelde wijze van publicatie
betekent in vergelijking met het uitgeven van een eigen blad een grote
besparing.
De heer Kutgers vindt dit persoonlijk een beetje moeilijk punt. In zijn
fractie was hij de enige die, voor hij het artikel van de heer Peereboom
had gelezen, toch wel bedenkingen tegen dit voorstel had. Niet zulke
zware bedenkingen maar toch wel bedenkingen. Spreker wil tussen haak-
jes wel zeggen, dat de wijze waarop de heer Peereboom de overheid wel-
willend beschouwde, hem toch wel bijzonder goed heeft gedaan, vooral als
men vergelijkt hoe thans de overheid vaak op de hak wordt genomen. Toch
is spreker het niet helemaal eens met hetgeen de heer Peereboom destijds
stelde. Spreker meent n.l. dat het een belangrijk verschilpunt is, dat het
blad waarmee een contract zal worden aangegaan, geen eigen karakter
heeft. In de grond van de zaak is het een advertentieblad. Er komen wel
beschouwingen in voor, maar niet geschreven vanuit een bepaalde
gezichtshoek. Spreker is ook niet zo bang voor het bezwaar van die pers-
vrijheid. En toch heeft hij moeilijkheden met dit voorstel omdat hij zich
afvraagt, of het wel juist is dat een gemeente zich officieel naar buiten
manifesteert in een bepaald blad, hoe algemeen en kleurloos dat blad ook
is. Spreker begrijpt dat het veel duurder is een eigen blad uit te geven,
maar het zou hem meer aanspreken, waarbij hij dan naast het kosten-
element zou laten gelden of het doel de kosten wettigt. Persoonlijk zal
spreker zijn stem op deze grond niet zo makkelijk aan het voorstel kunnen
geven.
Mevr. Cohen heeft ook moeilijkheden met dit voorstel omdat zij de
bezwaren van haar fractievoorzitter heel goed aanvoelt. Het is h.i. duide-
lijk dat, wanneer de pers door een financiële band met de overheid, hoe
klein dan ook, gebonden wordt, zij principieel niet meer helemaal vrij
staat. Anderzijds gelooft spreekster, dat het geval in Bloemendaal anders
lag omdat burgemeester en wethouders uitdrukkelijk van plan waren hun
eigen zienswijze te geven en bepaalde beschouwingen te houden, terwijl,
voor zover spreekster het begrepen heeft, het hier uitsluitend de bedoeling
is om mededelingen te doen. Spreekster begrijpt ook wel weer dat dit een
hellend vlak is, want mededelingen gaan gauw over in het weergeven van
een bepaalde zienswijze. Daarom vindt spreekster het allemaal bijzonder
moeilijk. Enerzijds deelt spreekster het principiële standpunt van haar
fractievoorzitter, anderzijds zou zij het bijzonder jammer vinden als, wat
zij aanneemt, niet voldoende stemmen zouden zijn te verkrijgen voor het
uitgeven van een eigen blad. Spreekster zou in dit geval het financiële
bezwaar niet willen laten tellen en liever, desnoods één keer, een eigen
blad uitgeven. Als dat eigen blad onmogelijk te bereiken is, zou zij per-
soonlijk geneigd zijn toch voor de voorgestelde oplossing van burgemees-
ter en wethouders te stemmen, met alle inderdaad niet lichte bezwaren
die er h.i. aan kleven.
Mevr. Gaasterland gelooft dat het gaat om het principiële punt wat de
wensen van de burgerij zijn. Het uitgeven van een eigen blad is kostbaar
en een groot deel van de burgers zal het in de prullemand laten verdwij-
nen. Maar daar staat tegenover dat herhaaldelijk gevraagd wordt waar
men toch eens iets te weten kan komen over het ophalen van huisvuil,
speciaal in de schoonmaaktijd, en over andere dingen die een bepaald
gebied van de gemeentelijke bedrijvigheid bestrijken. Bij aanneming van
dit voorstel kan aan de wens van de burgerij worden tegemoet gekomen.