30 januari 1965
35
college kan formuleren. Daar zal hij dan in de volgende vergadering op
terugkomen.
De heer Rutgers zegt, dat, als bij afstemming van de nota van het
college, burgemeester en wethouders toezeggen, dat zij in de volgende
vergadering of wat later terugkomen met een uiteenzetting wat zij dan
wel gaan doen, hij zijn motie ogenblikkelijk intrekt.
De voorzitter constateert, dat de motie dus wordt ingetrokken en dat nu
in stemming wordt gebracht of men het met de strekking van de nota van
burgemeester en wethouders eens is.
Mevr. Cohen: „Als de raad gaat stemmen of hij het eens is met de
mening van het college, zoals neergelegd in de nota, houdt dat dan in dat
de oude motie is ingetrokken?"
De heer Rutgers: „Als de raad de mening van burgemeester en wet-
houders deelt, wel."
De voorzitter meent, dat eerst gestemd moet worden over het amende-
ment van de heer Zegwaart om de oude motie voorlopig niet uit te voeren.
Spreker heeft al gezegd, dat de uitleg van het college is, dat het denkt
aan een termijn van 5 jaar, maar het wil dit niet als een vaste termijn
zien doch slechts als een schatting. Burgemeester en wethouders zullen
nooit met het argument komen dat de raad eenmaal heeft beslist dat de
eerste 5 jaar geen woningwetwoningen zullen worden verkocht. De raad
kan zelfs ieder ogenblik een nieuwe motie indienen.
De heer Zegwaart zegt, dat het hem toch een veiliger gevoel zou geven
als de motie van 1962 niet zou worden ingetrokken maar dat alleen gezegd
wordt, dat die motie voorlopig niet zal worden uitgevoerd.
Mevr. Cohen: „Een motie waarvan je zeker weet dat er voorlopig niet
meer naar omgekeken wordt, is eigenlijk geen motie meer."
De voorzitter wil het voorkomen, dat het intrekken van de oude motie
zuiverder is, temeer waar in elke raadsvergadering met een nieuwe motie
kan worden gekomen. Dan ligt de zaak klaarder.
De voorzitter brengt in stemming het voorstel van burgemeester en
wethouders om de motie van 27 april 1962 in te trekken.
Dit voorstel wordt met 11-8 stemmen verworpen.
Vöôr het voorstel stemden mevr. Cohen, de heren Van der Linden, Ver-
kouw, Brandsma en Zegwaart en de wethouders mevr. Van der Meulen,
Bekker en Van Wijk.
XXVIII. WIJZIGING GEMEENTEBEGROTING 1965
Besluit model D tot wijziging van de gemeente-begroting 1965, aan-
gevende voor de gewone dienst in inkomsten een verhoging van 12.518,93
en in uitgaven een verhoging van 26.362,86 en een verlaging van
13.843,93 en voor de kapitaaldienst in inkomsten een verhoging van
/6.317,en in uitgaven een verhoging van /130.567,—.
De voorzitter deelt mede, dat de commissie voor de financiën zich hier-
mede kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
De voorzitter zegt, dat het volgende verzoek bij de stukken ter inzage
heeft gelegen: „Aan de voorzitter van de Raad der gemeente Heemstede.
De ondergetekenden leden van de raad der gemeente Heemstede, verzoe-
ken aan de burgemeester en aan burgemeester en wethouders, hen te