71
25 maart 1965
Spreker heeft getracht niet alleen ter wille van zijn fractie maar ook
ter wille van de gehele raad, een duidelijk beeld te krijgen van de zaak
waar het over gaat. Bij het uitbrengen van onze stem is de vraag van
beiang of er bepaalde alternatieven zijn. Is het plan Kerklaan-Van Mer-
Ienlaan op korte termijn te realiseren Hoe staat het met het uitbreidings-
Plan Schouwbroekerpolder Van het antwoord op deze beide vragen zal
het afhangen of uitstel van de aankoop mogelijk is en of het college daar
ook heil in ziet. Zouden burgemeester en wethouders moeten zeggen dat
daar voorlopig niet op te rekenen valt, dan is sprekers fractie toch wel
zeer benieuwd te horen of burgemeester en wethouders dan de nodige
spoed zullen betrachten met het uitbreidingsplan voor de Geleerdenbuurt
en dan de woningwetbouw, de premiebouw en die in de vrije sector op
grote wijze zullen aanpakken, zodat er een plan kan komen voor bv. 300
woningen, dat, over een aantal jaren verdeeld, gerealiseerd kan worden.
Toen de woningnota aan de orde is geweest heeft de heer Brandsma hier
meer gedetailleerd over gesproken en het zal burgemeester en wethouders
zeker nog duidelijk voor ogen staan wat daarbij zijn bedoeling is geweest.
Het lijkt spreker goed dit nog eens in herinnering te brengen. Van het
antwoord van burgemeester en wethouders zal het afhangen hoe de stem
van zijn fractie zal uitvallen.
De heer Willemse zegt, dat de raad zich uiteraard heeft gerealiseerd
dat de aankoop van deze grond zeer beslist geen koopje is. Van de andere
kant gelooft spreker dat grond momenteel een van de beste beleggingen
is. Zoals de situatie er op het ogenblik uitziet lijkt het hem toe, dat de
beschikbare grond, welke de gemeente in de toekomst nog zou kunnen
kopen, alleen maar in prijs zal stijgen.
Spreker vraagt of, als deze koop doorgaat, de grond tegen een gemid-
delde prijs van 12,50 per m2 in het grondbedrijf wordt ingebracht of dat
een splitsing wordt gemaakt door de genoemde strook langs de Herenweg
voor 75 in te brengen en de rest voor 5,50.
Met het oog op toekomstige aankopen van grond vraagt spreker zich
°°k af n': het niet beter zal zijn in het voorlopig koopcontract deze splitsing
aan te houden. Dat zou bij komende onderhandelingen wel eens van belang
kunnen zijn.
De heer Rutgers heeft met belangstelling naar de vorige sprekers ge-
luisterd. Hij zou nog enkele dingen willen onderstrepen en vragen. Dat de
gemeente deze grond moet hebben staat voor spreker vast. De vraag is
alleen Iangs welke weg deze grond zal worden verkregen, door minnelijke
aankoop of door onteigening. Het is niet de eerste keer dat spreker het
college probeert te overtuigen om toch niet zo bang voor een onteigenings-
procedure te zijn, vooral niet wanneer blijkt dat de onderhandelingen moei-
lijk lopen. Spreker heeft gehoord dat over deze aankoop al jaren is onder-
handeld, zodat men dus met een verkoper te maken heeft die niet zo
willig is. Waarom dan niet een onteigeningsprocedure in een wat eerder
stadium aanhangig gemaakt?
De heer Verkouw heeft gelijk als hij zegt dat de voorbereiding van het
uitbreidingsplan nog lang zal duren, maar de door hem genoemde termijn
van twee jaar kan misschien wel wat bekort worden. In ieder geval kan
het genoemde jaar voor de onteigeningsprocedure aanzienlijk bekort wor-
den indien men de grond voorlopig in bezit neemt. Dan heeft men de
grond al spoedig nadat de dagvaarding is uitgebracht; daar gaan hoog-
stens enkele maanden overheen. Het kan dus vlug gaan.
Spreker is niet zo kritisch ten aanzien van het uitgebrachte taxatie-
rapport als de heer Verkouw. Naar sprekers mening is hier geen sprake
van de vraag of men deze grond als hoogwaardige bollen- of tuingrond
moet waarderen want het is duidelijk toekomstig bouwterrein en men kan
dus eenvoudig stellen, dat dit toekomstige bouwterrein die en die verwach-