94
28 april 1965
lantaarnpalen niet beter kunnen blijven staan en dan op eilandjes, ontken-
nend te moeten beantwoorden. In de eerste plaats zal het in de kosten
weinig uitmaken. Bovendien zullen bij het maken van eilandjes vrij wille-
keurige ruimten daartussen ontstaan waardoor minder ruimte overblijft
om te parkeren dan bij een doorlopende parkeerstrook. Een weg met
eilandjes zal, vooral als er geen auto's staan, gevaar kunnen opleveren.
Een doorlopende parkeerstrook is dus beter en dat kan hier, en zij ontsiert
niet. Hoe voortreffelijk het ook is uit te zien of iets niet goedkoper kan,
gelooft spreker toch niet dat het in dit geval enige soelaas in financieel op-
zicht zou geven.
Wat de opmerking van de heer Scheer betreft, aangaande diens zorg
en bezorgdheid voor het groen van Heemstede kan spreker zeggen, dat het
college die zorg volledig deelt. Over deze zaak is in de commissie voor
openbare werken uitvoerig gedebatteerd. Inmiddels is gebleken, dat in één
van de bedoelde straten aan een kant nog maar één boom stond, zonder dat
het opgevallen was en zonder dat iemand geklaagd had over de ontgroe-
ning van Heemstede. In het algemeen zullen burgemeester en wethouders
er naar blijven streven dat Heemstede geen stad wordt, althans geen le-
lijke stad, hoogstens een groene stad en een mooie stad.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gesteld.
XV. BEHEER ZWEMBAD „GROENENDAAL" EN
OUDE ZWEMVIJVERS.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
6-5. Beheer zwembad ,,GroenendaaI" en oude zwemvijvers.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XVI. OPENSTELLING BUREAU VAN DE BURGERLIJKE STAND.
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
66. Openstelling bureau van de burgerlijke stand.
De heer Scheer kan zich met het voorstel verenigen, maar toevallig ves-
tigt de premisse van het voorstel de aandacht op iets wat spreker al enige
jaren dwars zit n.l., dat het bureau van de burgerlijke stand om half een
sluit. Spreker vraagt of het niet mogelijk is de tijd van openstelling te ver-
lengen tot ongeveer een uur of half twee, zodat mensen die vaste bezig-
heden hebben, de gelegenheid krijgen in het middaguur hun zaken op het
bureau van de burgerlijke stand af te doen.
De voorzitter antwoordt dat de heer Scheer hem met deze vraag over-
valt. In plaats van een beperking beoogt hij een uitbreiding van de tijden
van openstelling met alle consequenties van dien. Spreker kan wel zeggen
dat, wanneer er een uitermate dringende zaak behandeld moet worden, men
tevoren even een seintje kan geven en dan wordt men nog wel geholpen.
De heer Scheer: „Het betreft een verschuiving van het koffieuur met een
half uur."
De voorzitter noemt dat voor de betrokkenen niet zo prettig. Wanneer
men zoiets doen moet de noodzaak zijn gebleken en dat is niet het geval.
De heer Scheer wil niet zeggen dat het noodzaak is, maar men heeft hem
daar toch al meermalen op geattendeerd en gezegd, dat het toch wel gek
îs dat het bureau van de burgerlijke stand in het koffieuur gesloten is.
De voorzitter zegt, dat als men b.v. dringend een afschrift van een akte
