118
26 mei 1965
instemmen met dat plan, van mening is, dat de raad het voorstel van
burgemeester en wethouders niet moet aanhouden. Spreker zal dus voor
het voorstel van burgemeester en wethouders stemmen. Hij vraagt nog
wel antwoord op zijn vraag ten aanzien van de 12 premiewoningen.
De heer Enschedé gelooft dat burgemeester en wethouders zich echt
niet ongerust over hun voorstel behoeven te maken. Spreker verzoekt
eerst de gestelde vragen te beantwoorden.
De voorzitter zal proberen de gestelde vragen te beantwoorden ondanks
dat hij op dit gebied niet deskundig is.
De heer Brandsma heeft gevraagd waarom voor deze installatie geen
aardgas mag worden gebruikt. Spreker antwoordt daarop, dat men ten
departemente heeft nagegaan wat de goedkoopste stookwijze is. Men
heeft daar dus uitgemaakt dat het met de huidige prijzen van het aardgas
voordeliger was olie te stoken. De heer Brandsma heeft aangehaald dat
gezegd is, dat als later blijkt dat het stoken van aardgas voordeliger is,
de installatie door een kleine ingreep kan worden omgebouwd en hij heeft
daarbij opgemerkt, dat dat ook weer geld zal kosten. De heer Brandsma
moet hierbij niet vergeten, dat de prijs van het aardgas gewijzigd kan
worden. Zoals de prijs op het ogenblik ligt, is olie de goedkopere brandstof.
Voorts heeft de heer Brandsma gevraagd welke onbekende risico's aan
het stoken van een dergelijke installatie met aardgas verbonden zijn. Men
heeft nog geen of zo goed als geen ervaring met het stoken van deze
installaties met aardgas. Het aardgas wordt onder dubbele druk van het
stadsgas toegevoegd. Men heeft rekening te houden met tal van onzeker-
heden omdat men met het stoken van aardgas geen praktijk heeft. Maar
dat is niet het doorslaggevende argument geweest. Dat was, dat het
stoken met aardgas duurder uitkomt.
Verder heeft de heer Brandsma zijn spijt betuigd dat de douchecel en de
zolderkamer niet worden verwarmd. Spreker gelooft dat zulks voor de
douchecel geen enkel bezwaar oplevert. Het is een heel kleine ruimte en
deze wordt maar zeer kortstondig gebruikt en als men een warme douche
neemt is dat op zich al verwarmend. Buitendien mocht de limietprijs van
de huur niet worden overschreden. Daarom moest ook de zolderkamer
afvallen.
De heer Brandsma zegt nog gevraagd te hebben of burgemeester en
wethouders de verschillen in prijs kunnen kwantificeren, want als zij
zouden kunnen zeggen dat verwarming van de douchecel de kosten met
een gulden verhoogt, dan is het niet verwarmen van de douchecel voor
spreker beter aanvaardbaar dan wanneer gezegd wordt dat het maar 5
centen scheelt. Hierover zijn toch onderhandelingen gevoerd en spreker
dacht dat deze dingen wel ter tafel zijn gekomen.
De voorzitter antwoordt, dat bij de eerste bespreking ten departemente,
die door de secretaris is bijgewoond, naar voren is gebracht, dat de vaste
lasten niet hoger mochten zijn dan f 3,50. Die lasten zijn nu al f 3,90,
dus 0,40 hoger dan het departement heeft toegestaan.
De heer Brandsma merkt op, dat die lasten elders ook op f 3,90 zijn
gesteld. Men zal zich herinneren, dat spreker bij de begrotingsbehandeling
een voorbeeld heeft gegeven van de gemeente Geldrop. Toen heeft spreker
ook een prijs van f 3,90 genoemd.
De voorzitter weet niet of dat dezelfde huizen betrof. Door het feit dat
de zolderkamer en de douche niet verwarmd worden zijn de vaste lasten
op f 3,90 gekomen, want anders zouden zij hoger zijn.
De heer Enschedé heeft gevraagd of er alternatieve aanbiedingen zijn
geweest. Er is er één geweest en die was veel te duur.