26 mei 1965 105 ding-en zich altijd heel gemakkelijk zeggen. Namens zijn fractie wil spre- ker toch wel naar voren brengen, dat zij hoopt dat dit overleg geen praatcollege wordt maar een werkcollege. Spreker bedoelt daarmee dat men concreet naar iets toewerkt; dat het overleg in de goede geest zal geschieden doordat de gemeenten over en weer wat geven en nemen. Heemstede hoeft daarbij zeer zeker niet voorop te lopen, dat zuilen anderen wei doen, maar spreker acht het toch van groot belang dat het college hierbij bewust meedenkt en ook bereid is om initiatieven te nemen. Daar- van uitgaande wil zijn fractie bevestigen hetgeen burgetneester en wet- houders in hun brief schrijven: „gaarne spreken wij het vertrouwen uit dat ons college in de geest van uw raad en in het belang van Kennemer- land heeft gehandeld". De voorzitter antwoordt dat de heer Verkouw niet moet denken dat burgemeester en wethouders een bijzondere reden hadden om dit punt niet op de agenda te plaatsen. Burgemeester en wethouders hebben er n.l. niet öens over gedacht, want het hoort eigenlijk niet op de agenda. Dit is een regeling die do'or de onderscheidene coileges van burgemeester en wet- houders is getroffen en nu ter kennis wordt gebracht van de raad. Dit is dus geen punt waarvoor de raad aan burgemeester en wethouders zijn fiat moet geven. Het betreft een samenwerking die op gang komt en daarvan wordt de raad nu op de hoogte gesteld. Zô moet men het zien. Spreker is het met de heer Verkouw eens dat het een werkcollege moet worden. Dat is het nog niet, want voor men gaat werken moet men ook praten. Het is heel hard nodig om elkaar te leren begrijpen en te ïeren verstaan teneinde resultaten in de toekomst te kunnen bereiken. Dit is een stap in de goede richting en uit deze regeling kan nog veel goeds voortkomen. De heer Van der Hulst meent, dat in de bijeehkomst van Zuid-Kennemer gemeenten die de vorige week in het Haarlems stadhuis is gehouden, de burgemeester van Haarlem juist releveerde, dat de raad van de gemeente Bennebroek de eerste was die dit stuk had goedgekeurd. De heer Butgers: ,,De raad van Haarlem heeft dit stuk voor kennis- geving aangenomen." De voorzitter: ,,Laten we nu niet gaan praten over wie het nu goed gedaan heeft." De heer Butgers wil een enkel woord spreken over enige misverstanden die er zijn gerezen. Uiteraard zullen alle fracties een woord van verheu- genis willen uitspreken over het feit dat deze stap op het terrein van de samenwerking is gezet. Spreker zou toch de twijfel van de voorzitter op welke wijze dit stuk aan de raad ter kennis moet worden gebracht, als een omen willen beschouwen. Spreker bedoelt daar dit mee. Tot dusver is het inderdaad volkomen een zaak van het college geweest. De samen- werking groeit en op de een of andere wijze zal de raad er dan toch ook bij betrokken worden. De communicatie tussen burgemetester en wethou- ders en de raad, ten aanzien van kwesties van intergemeentelijke samen- werking, is van belang. Spreker heeft daar al eerder over gesproken. Hij heeft gelezen dat het college van burgemeester en wethouders van Haar- lem de gemeefnteraad heeft toegezegd, dat het de gemeenteraad spreker meent halfjaarlijks op de hoogte zal houden van hetgeen op dit terrein geschiedt. Sprekers fractie heeft uiteraard volledig vertrouwen in hetgeen het college van burgemeester en wethouders met de andere colleges van burgemeester en wethouders bekokstooft, maar zijn fractie zou gaarne zo nu en dan enige geuren van het brouwsel opsnuiven. Daarom zou spreker nogmaals willen stellen, dat hem de wijze waarop burgemeester en wet- houders menen de raad van deze zaak in kennis te moeten stellen, hem doet vermoeden dat in de toekomst wel meer de vraag zal rijzen wanneer en wat

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1965 | | pagina 5