174 29 juli 1965 Over de kwestie of men zijn levensbeschouwing' in zijn werk meeneemt zou in een persoonlijk gesprek of in een rondetafclconferentie nog heel wat gezegd kunnen worden. Spreker meent dat men het zö moet zeggen, dat natuurlijk iedereen zijn levensbeschouwing meeneemt, dat kan niet anders, maar dat het niet juist is dat men die Ievensbeschouwing in een bibliotheek of in een openbare school propageert. Spreker dacht dat dät het verschilpunt was. Iedereen neemt zijn levensbeschouwing mee en van- uit die levensbeschouwing moet men zijn werk op de meest aigemene, neutrale en aanvaardbare wijze doen. Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast- gesteld. XI. BIJDRAGE IN DE EXPLOITATIEKOSTEN VAN HET MINERV A-THEATER Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 104. Bijdrage in de exploitatiekosten van het Minerva theater. De voorzitter deelt mede, dat de commissie voor de financiën zich hier- mede kan verenigen. Mevr. Gaasterland vraagt naar aanleiding van dit voorstel of de plannen en de verlangens die destijds terzake van het opknappen van het theater aan de orde waren, nu van de baan zijn. De heer Verkouw gaat graag met dit voorstel akkoord. Hij wijst er op dat het college in zijn voorstel schrijft: ,,Gelet op het gestegen kostenpeil en de betekenis van het theater in aanmerking nemende, achten wij het verantwoord het subsidie voor 1964 en volgende jaren op een hoger bedrag vast te stellen en wel op het bedrag van het tekort met een maximum van 30.000,Dat is dus het standpunt van burgemeester en wethouders, maar spreker gelooft dat het goed is dat de raad laat horen dat hij zich van deze opvatting distancieert, zich dus niet vastlegt voor volgende jaren, hetgeen burgemeester en wethouders min of meer wêl doen. De voorzitter geeft toe dat het besluit beperkter is dan het voorstel. Wethouder Corver antwoordt, dat de financiëie consequenties van de plannen tot restauratie van het Minerva-theater verderstrekkend zijn dan de normale jaarlijkse subsidie. De heer Hoogeveen doet op het ogenblik niets in die richting. Men zal zich herinneren dat geen overeenstemming werd bereikt over de financiële regeling voor het voliedig verwezenlijken van de restauratieplannen. Dat is tot op heden nog zo en daar zai de gemeente zich dus van distanciëren. Burgemeester en wethouders laten die plannen verder aan de heer Hoogeveen over. Zij zullen hiervoor dus geen subsidie verlenen. Met de opmerlting van de heer Verkouw is spreker het eens, dit is een slip of the pen. Het is natuurlijk wel zo, dat als men eenmaal een subsidie van 30.000,verleent, gezien de verhoogde kosten, het niet waarschijn- lijk is dat men dan het volgende jaar minder subsidie zal verlenen. De bedoeling is dus geweest zich alieen voor 1964 vast te leggen. Wanneer uit het voorstel anders zou blijken dan neemt spreker ,,en volgende jaren" terug. Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke1 stemmlng vast- gesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1965 | | pagina 18