29 juli 1965 161 Verhoeven. Zich niet uitlatende over de yraag waar deze hogeschool moet komen, acht spreker het toch van groot belang, juist in verband met de gemeentelijke' autonomie, dat de gemeentebesturen de bouwstoffen leveren i voor het verkrijgen van een juist oordeel over deze kwestie zowel voor de commissie die door de minister in het leven wordt geroepen als voor gedeputeerde staten. Spreker gelooft dat men daarmee alleen maar ge- lukkig kan zijn. De plaatselijke bekendheid en de betekenis van de school voor de agglomeratie spelen hier een rol. Hij kan van harte met de uit- gave van f 350,instemmen. De voorzitter zegt dat dit punt zowel onder onderwijs als onder financiën is onder te brengen maar toch ook wel onder algemene zaken. Spr. zal dus trachten de diverse sprekers te beantwoorden. Dit voorstel is in de eerste plaats voortgekomen uit de bereidheid van burgemeester en wethouders om met andere gemeenten in Zuid-Kennemerland samen te we'rken. Het college is dus achter de argumenten van Haarlem gaan staan waarbij Haarlem al bij voorbaat een bepaald standpunt heeft ingenomen terwijl ook het door de heer Verkouw naar voren gebrachte argument, dat in deze de bouwstoffen zullen moeten worden aangedragen opdat degenen die de eindbeslissing moeten nemen zoveel mogelijk gegevens ter beschik- king krijgen waaruit zij kunnen putten om hun beslissing te nemen, bij het colle'ge heeft gespeeld. Het verzamelen van die gegevens en het orde- nen daarvan kost uiteraard geld. Haarlem doet er zeer veel moeite voor om de T.H. binnen haar grenzen te krijgen en ook burgemeester en wet- houders menen dat een dergelijke school in deze omgeving voor de Heem- stedenaren die technisch hoger onderwijs willen volgen betekent dat men geen kamers zal behoeven te huren en niet behoeft te reizen. De heer Enschedé heeft het woord planologisch hierbij ingevoerd, maar het wil spreker voorkomen dat de Haarlemse bevolkingsagglomeratie toch veei meer studenten voor dit onderwijs zal kunnen opleveren dan Alkmaar. Burgemeester en wethouders zijn dus van gevoelen dat Haarlem voor dit onderwijs minstens zo geschikt is zo niet geschikter dan Alkmaar. De voorgestelde bijdrage is bijna symbolisch want daar kunnen geen grote sprongen van gemaakt worden. Burgemeester en wethouders meenden dus, dat het oordeel van Haarlem, dat die gemeente toch wel de aangewezen plaats in het westen voor een T.H. is, kan worden onderschreven, alsmede dat e'en diepgaand onderzoek moet plaats vinden tot het verkrijgen van de gegevens om deze school op de juiste plaats te doen bouwen. Aan de stichting van een 4e T.H. zijn natuurlijk ook bezwaren ver- bonden. De heer Rutgers heeft er één van genoemd, n.l. het ontbreken van de nodige manschap voor deze school. Spreker weet dat het niet zo eenvoudig is een derge'lijke school van voldoende krachten te voorzien. De huisvesting van studenten en professoren zal natuurlijk ook moeilijk- heden opleveren. Een ander facet van de zaak is genoemd door de heer Verhoeven, die heeft betoogd dat een T.H. toch ook meer bedrijvigheid in de gemeente teweeg brengt en dan zijn er ook weer allerlei zaken aan verbonden die voor de gemeente voordelig geacht kunnen worden. Dit alles afwegehd heeft het college gemeend dit voorstel aan de raad te moeten doen. De bijdrage aan de Stichting Technisch Hoger Onderwijs dient dus voor het verzamelen van het nodige materiaal dat voor de vestiging van een T.H. in Haarlem pleit, hetwelk in een schoon document zo niet een boek- werk in Den Haag zal worden aangeboden en dat zai dan wel over Haar- lem lopen. Wethouder Corver zegt dat de voorzitter de argumenten van het ge- meentebestuur voortreffelijk heeft vertolkt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1965 | | pagina 5