162
29 juli 1965
De heer Kutgers meent dat als men het technisch onderwijs in Haariem
wil bevorderen het beter op e'en lagere basis geschoeid kan zijn. Spreker
zou het college ernstig in overweging willen geven heel hard te vechten
voor de stichting van een U.T.S. in Haarlem. Daar is nu een L.T.S., een
H.T.S., men werkt voor de vestiging van een T.H., maar naar sprekers
idoe is het voor deze omgeving veel belangrijker dat ten spoedigste en
los van iedere prestigeoverweging die ook hier een rol speelt, wordt
geijverd voor een U.T.S.
De voorzitter antwoordt dat burgemeester en wethouders zich zeker
niet in prestigekwesties zullen laten meeslepen. Spreker is het met de
heer Rutgers eens dat de vestiging van een U.T.S. in Haarlem dringend
nodig is en dan kan, als de T.H. niet mocht doorgaan, gebruik worden
gemaakt van het nu bijeen te brengen materiaal.
De heer Enschedé wil zich aansluiten bij hetgeen de heer Rutgers het
laatst heeft gezegd.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vast-
gesteld.
De heer Enschedé wil geacht worden te hebben tegengestemd.
VI. KREDIET VOOR HET SLOPEN VAN HET VOORMALIG
STOKERIJGEBOUW VAN DE GASFABRIEK
Het voorstel met ontwerp-beSluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
99. Slopen voormalig stokerijgebouw gasfabriek.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
VII. KREDIET VOOR HET LEGGEN VAN EEN NIEUWE
HOOFDLEIDING VOOR GAS LANGS DE LEIDSEVAART
IN BENNEBROEK
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
100. Aanbrengen nieuwe hoofdleiding voor gas iangs de Leidsevaart in
Bennebroek.
De heer Scheer zegt, dat de gasleiding nog niet in een zodanige' staat
verkeert dat zij onherroepelijk vernieuwd moet worden. Spreker vraagt
of het juist is dat de gemeente Heemstede voor de kosten moet opkomen.
Het lijkt hem dat dit zuiver een zaak van de gemeente Bennebroek is. Er
mag dan een overeenkomst zijn met Bennebroek wat de gaslevering be-
treft en ook wat betreft de gasleidingen, maar nu moeten de buizen ver-
nieuwd worden naar aanleiding van een tussentijdse verbetering van het
wegdek van de Leidsevaartweg.
De heer Verkouw gaat met het voorstel akkoord. Spreker merkt op dat
bij de stukken een brief van de directeur van de bedrijven lag waarin hij
stelt, dat in dit geval artikel 4 van de overeenkomst van gaslevering aan
Bennebroek dd. 27 januari 1961 van toepassing is. Dat zou betekenen dat
Bennebroek de helft van de kosten of 5.400,aan Heemstede moet
vergoeden. Daar wordt echter in het voorstel met geen enkel woord over
gerept. Spreker vraagt of de visie van de directeur van de bedrijven
juist is, zodat Bennebroek in elk geval 5.400,moet betalen.
Mevr. Gaasterland vindt het wel van belang te weten hoe oud die gas-
leiding is. Uit het voorstel blijkt dat niet. Als het een oude leiding betreft