164
29 juli 1965
IX. OVERGANG VAN STADSGAS- OP AARDGASDISTRIBUTIE
Het voorstel en de ontwerp-besluiten zijn opgenomen in de gedrukte
stukken onder volgno.
102a. Verordening regelende de voorwaarden voor de ombouw en inruil
van gastoestellen.
102b. Krediet voor de overgang van stadsgas- op aardgasdistributie.
De heer Verkouw zegt dat het venijn meestal in de staart zit maar nu
zit het in het begin. Laten we echter maar zeggen dat de beste breister wel
eens een steek laat vallen, hoewel het er in dit geval wel enkele zijn. Die
moeten we maar weer op de pennen zetten. Alle raadsleden zijn aan deze
fout een beetje medeschuldig want niemand heeft het gezien. Als de fout
opgemerkt was had dat echter toch niets veranderd aan het feit dat het
krediet verhoogd moet worden. Overigens gaat zijn fractie met het voor-
stel graag akkoord.
Toen deze zaak de vorige maal is behandeld, is namens sprekers fractie
gezegd, dat zij niet bij voorbaat wilde instemmen met het standpunt van
burgemeester en wethouders ten aanzien van de vergoedingen. De raad van
Haarlem heeft nu het spits afgebeten. Spreker moet zeggen dat thans een
redelijke' vergoeding in uitzicht wordt gesteld en dat ook een verantwoord
onderscheid wordt gemaakt. De vorige keer heeft spreker al gezegd dat
het aardgas zeker niet met laaiend enthousiasme zal worden ontvangen.
Veel mensen hebben de indruk dat dit hun wordt aangedaan. Spreker
neemt aan dat zij door deze vergoedingen wat gemakkelijker over de drem-
pel worden geholpen.
Spreker zou het college nog willen wijzen op de brochure van de N.V.
Nederlandse Gasunie die aan de overheidslichamen is gezonden, waarin
zeer behartenswaardige dingen worden gezegd. Spreker zou graag op de
volgend passage daarin willen wijzen: „Voor hen voor wie het aanschaffen
van een nieuw toestel ook met een belangrijke vergoeding van de zijde
van het gasbedrijf onoverkomenlijke financiële bezwaren meebrengt, zul-
len de gasbedrijven soms gebruikte in goede staat verkerende omgebouwde
toestellen ter besehikking kunnen stellen, afkomstig van gebruikers die
een nieuw toestel aanschaffen." Spreker verzoekt het college, in dit geval
het bedrijf, deze toewijzingen met beleid en verantwoordelijkheid te willen
uitvoeren.
De heer Scheer zegt dat hij zich, los van wat er in Haarlem is gebeurd,
graag aansluit bij hetgeen de heer Verkouw heeft opgemerkt over een
zo redelijk mogelijke vergoeding bij vervanging van een gastoestel. Het
aardgas wordt aan de mensen opgelegd, zij hebben er niet om geVraagd.
Sprekers standpunt terzake van de persoonlijke vrijheid in dit opzicht is
bekend. Hij wil zijn oordeel nu wederom daarop baseren. Hij is voor een
zo hoog mogelijke vergoeding waarom hij zich met het voorstel van
burgemeester en wethouders gaarne akkoord verklaart.
In dit verband wijst spreker op artikel 3, derde alinea, luidende: ,,De
ombouw van gastoestellen, uitsluitend of in höofdzaak in gebruik ten
dienste van beroep of bedrijf, dient voor rekening van belanghebbende te
geschieden." Spreker vraagt zich af waarom er verschil wordt gemaakt
tussen gastoestellen van particulieren en van bedrijven. Zijns inziens wordt
de laatste categorie eveneens voor grote kosten gesteld. Spreker is van
mening dat de gemeente ook deze categorie een tegemoetkoming dient te
verlenen.
De heer Van der Hulst zegt, dat in artikel 3 van de verordening wordt
gesproken van huishoudelijke toestellen. In artikel 11 worden dan alle
mogelijke huishoudelijke toestellen genoemd, maar spreker heeft daarbij
gemist de centrale verwarming die met gas wordt gestookt, waarvan er