2e afd. 26 augustus 1965 f Q
GELDLENING N.V. BANK VOOR NEDERLANDSCHE GEMEENTEN
GROOT 2.400.000,
De Raad der gemeente Heemstede;
Ge'zien het voorstel van burgemeester en wethouders;
Gelet op de artikelen 170 en 228 der gemeentewet;
BESLUIT:
met de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten te 's-Gravenhage, hierna
te noemen „geldgeefster", ten laste van de gemeente Heemstede,' hierna
te noemen „geldneemster", een geldlening aan te gaan groot f 2.400.000,
(twee miljoeh vierhonderd duizend gulden) tegen een koers van 100%,
op te nemen op 1 september 1965, en verder op de grondslag van de
volgende bepalingen:
Artikel 1.
Geldneemster zal over het onafgeloste nominale bedrag der lening be-
talen een tegen zes ten honderd per jaar te berekenen rente, te voldoen
op 1 maart eh 1 september van elk jaar, voor het eerst op 1 maart 1966.
Bij de berekening van de rente zal elke maand op dertig dagen en elk
jaar op driehonderd zestig dagen worden gesteld.
Artikel 2.
Geldneemster zal het bedrag der lening aflossen in 25 jaren en wel in
de jaren 1966 tot en met 1990 f 96.000,per jaar.
De aflossingstermijnen zullen worden voldaan op 1 september van elk
jaar.
Artikel 3.
Algehele of gedeeltelijke extra-aflossing der lening zal tot 1 september
1975 zijn uitgesloten; met ingang van laatstgenoemde datum zal geld-
neemster uitsluitend op de aflossingsverschijndagen extra mogen aflossen,
doch slechts tegen betaling van een vergoeding van één en een half ten
honderd van het extra af te lossen bedrag, indien de aflossing plaatsvindt
vöör 1 september 1980, terwijl zulks gedurende de verdere looptijd der
lening slechts mogelijk zal zijn tegen betaling van een zodanige vergoe-
ding, berekend naar één ten honderd van het extra af te lossen bedrag.
Geldneemster zal van haar voornemen tot extra-aflossing der lening
tenminste zes maanden tevoren aan geldgeefster schriftelijk kennis geven.
Deze kennisgeving is onherroepelijk en verplicht geldneemster op de ge-
stelde datum de extra-aflossing te doen.
De bedragen overeenkomstig dit artikel extra afgelost, zullen gerekend
worden allereerst te zijn betaald in mindering van de laatste aflossings-
termijn, daarna van de voorlaatste en zo vervolgens.
Artikel 4.
Onverminderd het bepaalde in artikel 9 zal geldneemster aan geldgeef-
ster een aandeel vergoeden ad in de kosten verbonden aan de ver-
krijging van de fondsen, waaruit de onderhavige geldlening door geldgeef-
ster aan geldneemster wordt verstrekt.
Artikel 5.
Alle aan geldgeefster verschuldigde betalingen zullen geschieden te
haren kantore te 's-Gravenhage of bij een nader door geldgeefster aan te
wijzen betaalkantoor.