26 augustus 1965
188
dat er geen dag voorbijgaat dat hij ze ziet maar hij wil wel zeggen dat
het in elk geval aan het noordelijke einde van de Blekersvaart waar het
vuil steeds op een hoop gedreven wordt, wemelt van de ratten. Hij hoopt
dan ook dat, zolang nog niet tot demping kan worden overgegaan, de
Blekersvaart zo goed mogelijk schoon gehouden zal worden, opdat men
van de rattenoverlast verlost zal zijn.
Wat de intensivering van het verkeer op de Blekersvaartweg als gevolg
van de geslotenverklaring van een deel van de Binnenweg betreft, is
gezegd dat dit maar een veronderstelling is van burgemeester en wethou-
ders. Doordat spreker vaak gebruik maakt van de Blekersvaartweg kan
hij met stelligheid zeggen dat er op de Blekersvaartweg op een aantal uren
van de dag bijna geen doorkomen aan is. Om de Raadhuisstraat te bereiken
gaat veel verkeer vanaf de Koediefslcian en Bronsteeweg via de Blekers-
vaartweg. Het verkeer op die vaart en dat is een realiteit, is enorm veel
drukker geworden, terwijl het al druk was tengevolge van het laden en
lossen bij de daar aanwezige bedrijven. Dat maakt, dat op de Blekersvaart-
weg nu een verkeerschaos bestaat waar zelfs met de fiets niet door te
komen is. Daarom heeft spreker meerdere malen gezegd dat, al zouden er
nog zoveel motieven zijn om de Blekervaart te behouden, zoals van lan-
delijk schoon enz., hij toch vôör demping blijft. Er is een stukje Blekers-
vaart waarvan men kan zeggen ,,hoe is het mogelijk dat men van mening
is dat dat moet verdwijnen" maar verder kan spreker aan de Blekersvaart
niet zoveel schoons ontdekken, ook geen landschappelijk schoon. Hij is
dan ook buitengewoon verheugd dat burgemeester en wethouders dit voor-
stel hebben gedaan. Alleen is hij nog wel nieuwsgierig tot hoever burge-
meester en wethouders menen dat de Blekersvaart gedempt moet worden.
Spreker heeft steeds gedacht tot aan de Lindenlaan omdat de vaart ver-
derop nette taluds heeft, maar als de Blekersvaartweg om redenen van
verkeer verbreed moet worden zal men niet kunnen volstaan met demping
van een deel der vaart omdat er dan nog niets gewonnen zou zijn. Spreker
acht het niet onmogelijk dat de bomen kunnen blijven staan. Hij wil graag
afwachten met welke plannen de deskundigen zullen komen. Spreker wil
dus graag weten of de vaart tot de Kerklaan zal worden gedempt.
De heer Scheer had zich graag willen aansluiten bij het betoog van
mevr. Cohen en meer speciaal op grond van het motief van behoud van
een karakteristiek stukje Heemstede, maar het is hem op het ogenblik niet
meer mogelijk omdat door het leggen van een dam achter een levensmid-
delenbedrijf het mag een tegenspraak in zichzelf lijken de eerste
steen is gelegd voor het afbreken van de Blekersvaart. Het karakteristieke
is daardoor ten enenmale verloren gegaan. Spreker geeft toe dat het er is
geweest en dat, toen voor het eerst bezwaren tegen demping van de Ble-
kersvaart werden geopperd, dat argument hem ook heeft aangesproken
maar op het ogenblik ziet hij niets karakteristieks meer in de vaart,
waarom z.i. de demping helaas maar moet doorgaan.
De voorzitter zegt dat van de sprekers zich twee felle tegenstanders
van demping hebben verklaard en twee het voorstel van burgemeester en
wethouders steunen. Waarom is het college met dit voorstel gekomen?
Spreker gelooft dan even in de herinnering te moeten terugroepen dat de
raad indertijd zijn verbazing er over heeft uitgesproken dat burgemeester
en wethouders het leggen van een dam in de vaart t.b.v. een bedrijf hebben
toegestaan. Het college heeft gevoeld dat het daarmee eigenlijk te ver is
gegaan. Nu wil het college graag weten waar het aan toe is want er kun-
nen aanvragen van andere bedrijven komen om tot het leggen van een
dam te mogen overgaan als toegang tot het bedrijf. Daarom vragen bur-
gemeester en wethouders of de raad zich wil uitspreken of hij in principe
berl'eid is tot demping van de Blekersvaart en burgemeester en wethouders
wil machtigen een plan tot demping te doen ontwerpen.