183 26 augustus 1965 119. Geldlening N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten groot 2.400.000,—. De voorzitter deelt mede, dat de financiële commissie zich hiermede kan verenigen. Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. XV. KREDIET VOOR AFBRAAK VAN DE BELVÉDËRE IN GROENENDAAL Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 120. Afbraak Belvédêre in Groenendaal. De heer Verkouw wil het college in de eerste plaats hartelijk danken voor de wijze waarop het is tegemoet gekomen aan het verlangen van een van de leden van de raad om in het voorstel ook een inzicht te geven over de kosten van restauratie van de Belvédêre. Spreker moet er echter onmiddellijk bijzeggen, dat het college daar zelf ook zijn plezier aan heeft beleefd want het heeft daaraan de argumenten ontleend om het voorstel te doen om de Belvédêre af te breken. Burgemeester en wethouders schrijven verder „met vele zo niet alle leden van uw raad en velen die aan de Belvédêre goede herinneringen bewaren betreuren wij dit." Nu moet spre- ker zeggen, dat hij uit het college wel eens geluiden heeft gehoord waaruit hij de indruk overhield, dat de nu aangeheven marche funêbre wel niet zo ernstig gemeend zal zijn. Spreker wil echter niet overdrijven en toch wel aannemen dat er raadsleden zijn die het jammer vinden als de Belvédêre zou verdwijnen. Spreker behoort daar zeker toe. Hij heeft in de raad meer- malen voor het behoud van de Belvédêre gepleit. Hij weet dat hij nu achterhoedegevechten levert maar hij wil toch enkele dingen over het voorstel zeggen. In de eerste plaats meent hij dat het gemeentebestuur aan de noodzakelijke afbraak zelf ook wel schuldig staat. Vroeger werd in de ambtelijke wereld wel eens gezegd dat als men een stuk maar lang genoeg liet liggen, het zichzelf afdoet. Naar analogie daarvan zou men kunnen zeggen dat het met de Belvédêre ook zo is gegaan. Als men er maar niets aan doet verdwijnt zij vanzelf. Spreker bedoelt hiermee te zeggen dat als burgemeester en wethouders een jaar of tien geleden met een voorstel tot herstel van de Belvédêre zouden zijn gekomen, de kosten belangrijk lager zouden zijn geweest. Wellicht had men dan met enkele duizenden guldens kunnen volstaan. Nu spreken inderdaad de voorgelegde cijfers een zeer duidelijke taal. De afbraak kost f 1.475,terwijl de res- tauratie en verhoging van de Belvédêre een investering vergt van 100.000,Bovendien zien burgemeester en wethouders dan nog de exploitatie van de Belvédêre door een zeer sombere brii. Spreker moet zeggen dat hij die ook niet direct door een optimistische bril wil bekijken maar hij meent dat burgemeester en wethouders haar wel erg zwartgallig zien. Spreker is van oordeel dat men eigenlijk het bedrag van f 100.000, moet loslaten en uit moet gaan van een bedrag van f 62.500,Hij meent n.l. dat het aanbrengen van een tussenverdieping slechts een noodoplossing zou zijn. Zelf zeggen burgemeester en wethouders ervan, dat daarmee slechts bereikt kan worden dat men juist over de hoogste bomen heen zou kunnen zien. Spreker ziet het al dat er een bordje zou moeten staan met het opschrift: „uitsluitend toegankelijk voor giraffen". De groei van die bomen gaat immers rustig door en na enige jaren zou er een derde etage moeten worden aangebracht. Dit lijkt hem daarom niet de oplossing om een behoorlijk uitzicht te verkrijgen. Blijft over het kappen van bomen en de voorzitter weet hoezeer het ook spreker aan het hart gaat als er bomen gekapt moeten worden. Nu moet men in deze zaken ook weer niet

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1965 | | pagina 6