26 augustus 1965
186
waarbij burgemeester en wethouders meedeelden dat de voorbereiding van
de herziening in een vergevorderd stadium verkeei t, maar wat is dan de
reden waarom met de gevraagde principiële beslissing niet kan worden
gewacht Het zou natuurlijk kunnen zijn dat het uitbreidingsplan zodanig
is uitgevallen, dat er inderdaad zeer stringente redenen zijn om de Blekers-
vaart te dempen, maar die zijn de raad niet bekend. Spreekster staat op
het standpunt zij spreekt helaas niet namens haar hele fractie dat
bij de bestaande situatie beslist nog geen noodzaak aanwezig is om tot
demping van de gehele Blekersvaart over te gaan. Wel ziet spreekster,
zoals zij al zei, die noodzaak voor het noordelijke gedeelte. Zij zou zelfs
daarover geen principiële beslissing wensen maar een definitieve. Zij
meent dat de raad voor demping van dat deel van de vaart zeer snel een
krediet beschikbaar zou moeten stellen waardoor het als parkeerterrein
in gebruik kan worden genomen. De principiële beslissing over het al of
niet dempen van de rest van de vaart zou spreekster graag willen uitstel-
len tot het uitbreidingsplan ,,Blekersvaart" bekend is.
Over de landschappelijke functie van de vaart kan men lang of kort
praten. Spreekster wil direct toegeven dat men onmogelijk kan zeggen
dat de vaart van bijzondere schoonheid is, daarvoor is er al lang veel te
veel aan verknoeid, maar de Blekersvaart vormt een karakteristiek dorps-
beeld dat herinnert aan het oude Heemstede en aan de bekende blekerijen.
Wethouder Van Wijk heeft in de decembervergadering een droef verhaal
opgehangen over hoe hij daar stond te kijken en alleen maar drab zag en
slechts, als hij niet al te goed keek het bruggetje nogal aardig vond;
spreekâter heeft het omgekeerde gedaan en is op de Esdoornkadebrug
gaan staan. Daar kan men mijmeren over hoe het allemaal eens was, hoe
de zon scheen op de bleekveiden, hoe het nu geworden is, van blekerij
tot wasserette, kortom het is een plekje dat er geschikt voor is en dat
ondanks vuil en stank zijn charme en zijn rust heeft behouden. Spreekster
veronderstelt dat zij zeker niet de enige is dîe het bijzonder aan het hart
zou gaan als het zou verdwijnen. De mensen die daar niet gevoelig voor
zijn zou spreekster op het hart willen drukken zich eens in te denken hoe
afschuwelijk lelijk dit alles na demping zal worden. Dat is de keerzijde
van de medaille.
Als spreekster denkt aan de rij populieren die zeker het slachtoffer van
de demping zal worden, dan begrijpt zij niet hoe men die zonder bloedend
hart zou kunnen kappen. In de tweede plaats komen de bewoners van
huizen wier achtertuintjes aan de Blekersvaart grenzen, plotseling aan een
verkeersweg te wonen. Dat zal voor hen bijzonder naar zijn, want ze
zullen hun vrijheid kwijt zijn en het aanzicht van de achterkanten van
de woningen zal bepaald heel lelijk zijn. Spreekster ziet niet goed hoe dat
opgelost zal kunnen worden. Zij hoopt met dit betoog over bomen en
mensen iets te hebben bijgedragen om de vaart van demping te redden.
Zij hoopt ook dat de strijd voor het redden van de Blekersvaart niet een
strijd tegen de bierkaai zal zijn.
De heer Enschedé merkt op dat al veel gras voor zijn voeten is wegge-
maaid. Hij wilde maar dat ook het gras aan de oevers van de Blekersvaart
was weggemaaid. Spreker is het met het betoog van mevr. Cohen eens.
De argumenten van burgemeester en wethouders behandelend, zegt spre-
ker, dat burgemeester en wethouders onder overweging 1 aanvoeren, dat
na demping de vrijkomende ruimte de mogelijkheid biedt parkeerterrein
te maken welke ook zal kunnen worden gebruikt door bezoekers van de
winkels aan de Binnenweg. Spreker vraagt of burgemeester en wethouders
al een plan hebben hoe die bezoekers dan van die parkeerplaats naar de
Binnenweg toe moeten anders dan langs de Koediefslaan.
Bij punt 2 vraagt spreker zich af of ook niet voor de Blekersvaartweg
eenrichtingsverkeer kan worden ingevoerd.