155
5e afd.
28 oktober 1965
VEBORDENING, BEGELENDE DE VEBSTBEKKING VAN
CONSUMPTIEVE KBEDIETEN ONDEB VEBBAND VAN
HYPOTHEEK
De Raad der gemeente Heemstede;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders
Overwegende, dat het gewenst is een verordening vast te stellen, rege-
lende het onder hypothecair verband verstrekken van consumptieve kre-
dieten, waaronder worden verstaan kredieten voor andere doeleinden dan
voor handel, industrie en bedrijf
BESLUIT:
vast te stellen de
VERORDENING, regelende de verstrekking van consumptieve kredieten
onder verband van hypotheek.
Artikel 1
Burgemeester en wethouders verstrekken op schriftelijke aanvrage een
consumptief krediet aan daarvoor naar hun mening in aanmerking komende
inwoners der gemeente, die:
a. een inkomen genieten, dat ligt beneden de normen, welke zijn vastge-
steld met inachtneming van de Algemene Bijstandswet;
b. het door hen zelf bewoonde huis als enig vermogen in eigendom hebben;
c. op grond van het vermogen, genoemd sub b, niet in aanmerking komen
voor bijstand krachtens de Algemene Bijstandswet.
Artikel 2
Burgemeester en wethouders bepalen de voorwaarden, waaronder en het
bedrag, tot hetwelk het krediet wordt verstrekt.
Artikel 3
Het hypothecaire krediet is ten hoogste gelijk aan de geschatte waarde
van het goed, genoemd in artikel 1 sub b, verminderd met het bedrag,
waarmede het goed reeds is bezwaard en het bedrag dat als bescheiden
vermogen in de zin van artikel 7, lid 1, sub b van de Algemene Bijstandswet
is aangemerkt.
Artikel 4
Over het krediet wordt een rentepercentage berekend, gelijk aan dat,
hetwelk de gemeente zelf op het tijdstip van de kredietverlening voor door
haar te sluiten vaste geldleningen verschuldigd is.
Artikel 5
De uitbetaling van het krediet geschiedt in bedragen en op tijdstippen,
welke worden vastgesteld door burgemeester en wethouders telkens wan-
neer de financiële behoeften van de kredietnemer daartoe naar hun oordeel,
redelijkerwijze aanleiding geven. De betaling eindigt in ieder geval met
ingang van de datum, waarop de kredietnemer niet meer voldoet aan het
bepaalde in artikel 1.
Artikel 6
De kredietnemer kan het krachtens de overeenkomst verschuldigde af-
lossen op elk door hem gewenst tijdstip.
Artikel 7
AHe uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en kosten zijn voor
rekening van de kredietnemer.