28 oktober 1965 228 persoonlijk van de toestand van die wegen op de hoogte gesteld en zich afgevraagd of het nu zo'n ramp zou zijn als dit werk een half jaar zou worden uitgesteld. Een ramp zou dat natuurlijk niet zijn maar dan moet men het werk toch wel het volgende jaar doen. Spreker weet niet of het dan niet meer zal kosten. Het advies van openbare werken is zeer positief dat deze verbetering moet gebeuren en diegenen die ter plaatse zijn gaan kijken kwamen tot hetzelfde oordeel. Met de noodzaak van zuinigheid voor ogen, meent spreker dat dit toch wel een verantwoorde uitgave is. Uiteraard kan men altijd de noodzaak van de ene uitgave gaan vergelijken met die van een andere maar daarover zal zeker bij de begroting nog wel eens van gedachten worden gewisseld. Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdolijke stemming vastgesteld. XII. ONBEWOONBAARVERKLARING RAADHUISSTRAAT 86 Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 152 Onbewoonbaarverklaring Raadhuisstraat 86 De voorzitter deelt mede dat de commissie voor openbare werken zich hiermede kan verenigen. Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. XIII. UITVOERING ALGEMENE BIJSTANDSWET De nota van burgemeester en wethouders is opgenomen in de gedrukte stukken onder volgno. 153 Uitvoering Algemene Bijstandswet Mevr. Cohen wil in de eerste plaats, namens haar fractie, dank betuigen voor deze nota. Het is algemeen bekend dat er zeer principiële verschillen bestaan tussen de Armenwet en de Bijstandswet. Spreekster is daarom dankbaar dat na 10 maanden ervaring met de Bijstandswet hierover een rapport is uitgebracht. Uit deze nota blijkt dat er wel degelijk verschil in de beoordeling van de diverse gevallen bestaat. De gemeente neemt b.v. van de familieleden de zorg over voor 5 patiënten die verpleegd wor- den in psychiatrische inrichtingen. Er is een grote stijging van op medisch en/of sociale indicatie opgenomen personen in verzorgingstehuizen voor rekening van de gemeente en er was ook een geval wat helemaal nieuw is van gebruikmaking van de beroepsmogelijkheid die de Bijstandswet verschaft. Daarnaast staat nog een verheugend nieuw verschijnsel n.l. een intensief overleg nu niet alleen meer tussen de directeuren van sociale zaken zoals het al was tussen de wethouders van sociale zaken der gemeenten van het Samenwerkingsorgaan Kennemerland. Dit alles verheugt spreeksters fractie zeer. De nota is daarom ook zo boeiend omdat er juist in het recente verleden, van vakverenigingszijde kritiek op de werking van de Bijstandswet is geuit. Er wordt van die zijde gesteld, dat in veel gemeenten na de in werkingtreding van de Bijstandswet niets is veranderd, zelfs dat de toestand nog versleehterd zou zijn, terwijl er voorts kritiek wordt geleverd op het geheim houden van de bijstandsnor- men. Juist dezer dagen zal een vertegenwoordiger van de drie vakcentrales daarover een audiëntie hebben met de staatssecretaris van maatschappe- lijk werk. In dit verband zou spreekster enkele vragen willen stellen. In hun nota schrijven burgemeester en wethouders: „Geconstateerd werd, dat in bovengenoemde gemeenten (dat zijn de gemeenten in Zuid- Kennemerland) op 1 januari 1965 de bijstandsnormen reeds boven de richtlijnen van de regering lagen, die als minimumbedragen werden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1965 | | pagina 11