225
28 oktober 1965
IX. OPHEFFING FONDS ARMENGOBDEREN
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
149. Opheffing fonds Armengoederen
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor sociale zaken zich hier-
mede kan verenigen.
De heer Enschedé vraagt of het ook bekend is uit welke bronnen de
gelden van dit fonds oorspronkelijk gekomen zijn.
Wethouder mevr. van der Meulen antwoordt dat dit fonds is ontstaan
uit giften van 500 en J 1000 die misschien 50 tot 100 jaar geleden ge-
schonken zijn, toen het helpen van mensen die in nood verkeerden nog
niet bij de wet was geregeld. Als de heer Enschedé het precies zou willen
weten moet dat worden nagezocht en dat zou de dienst toch wel heel erg
belasten. Spreekster gelooft ook niet dat een dergelijk onderzoek zin heeft.
Nu het fonds opgeheven is, dienen de bezittingen te worden overgeschreven
op naam van de gemeente Heemstede. Het kapitaal blijft onaangetast
maar de rente zal worden aangewend voor het verlenen van bijstand in de
zin van de Algemene Bijstandswet.
Het ontwerp-besluit wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld.
X. KREDIET VOOR VERNIEUWING HEKWERKEN HEEM-
STEEDSE SPORTPARKEN
Het voorstel met ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
150 Vernieuwing hekwerken Heemsteedse Sportparken.
De voorzitter deelt mede, dat de commissie voor openbare werken zich
hiermede kan verenigen.
De heer van der Linden zegt, in de commissie voor openbare werken al
enkele malen tegen dit voorstel bezwaar tehebbengemaakt. Allereerst vindt
spreker het tijdstip waarop men dit werk wil gaan uitvoeren, n.l. tijdens
de competitie, wel zeer ongunstig. Doordat de nieuwe hekken twee meter
verder van het speelveld af worden geplaatst, worden de wegen om het
speelveld versmald. Dat zal bij zeer druk bezoek moeilijkheden opleveren.
Dat geldt vooral voor de zittribunezijde omdat de daar achter het hek
staande banken dan ook 2 meter naar achteren moeten worden geplaatst.
Bovendien zal hierdoor de mogelijkheid om noodzitplaatsen aan de kant
van de staantribunes te maken, worden beperkt. Spreker weet wel dat hij
ten antwoord zal krijgen dat, als er een te nauwe ruimte tussen de hekken
wordt gelaten er een vuilnisbelt zal ontstaan, maar die krijgt men ook
als men één of twee meter afstand tussen de hekken laat. Als het hier
een positief voorschrift van de K.N.V.B. betrof om het hek meer naar
achteren te plaatsen zou spreker er zich bij neer moeten leggen, want
anders zou de K.N.V.B. het terrein kunnen afkeuren. Spreker heeft wel
gelezen dat de K.N.V.B. met het voorstel zoals het nu luidt akkoord gaat,
maar de K.N.V.B. heeft zich verder met de uitvoering niet bemoeid
althans niet zodanig dat naar de reglementaire bepalingen wordt verwezen.
De heer Scheer zegt dat uit het voorstel niet blijkt dat de nieuwe
hekwerken in een schuine stand zullen worden geplaatst. Men wil door
deze schuine plaatsing voorkomen, dat de jongelui die tegen de hekken
staan, tegen de onderkant van de hekken schoppen. Spreker vraagt of dat
inderdaad zo erg is en of het bepaald noodzakelijk is dat de jongelui
tegen die hekken staan. Spreker vindt het in een schuine stand plaatsen