m m jgn -«r m
28 oktober 1965
226
van de hekwerken esthetisch volkomen uit den boze. Hij heeft daar
werkelijk bezwaar tegen.
Wethouder mevr. van der Meulen zal hierop antwoorden voor zover het
de sportparken betreft. Spreekster wil eerst ingaan op de vraag van de
heer Van der Linden, of het hier een dwingend voorschrift van de K.N.V.B.
betreft. Dat is het niet. De K.N.V.B. gaat volkomen akkoord met dit
voorstel. Blijkens het verslag van het bezoek dat van de zijde van de
K.N.V.B. aan het sportpark is gebracht, ziet de K.N.V.B. hier ook grote
voordelen in. Wat de heer Van der Linden ziet als een verlies aan plaatsen,
is juist een winst aan plaatsen. Men kan nu een paar duizend bezoekers
meer plaatsen door de ringplaatsen, dat zijn de plaatsen tussen het oude
en het nieuwe hek, te benutten.
Voorts heeft de heer Van der Linden er over gesproken dat de banken
staande voor de zittribune moeten worden verplaatst. Die banken zijn
echter meer dan 30 jaar oud en of de hekken nu wel of niet worden
vernieuwd, die banken zouden toch moeten worden weggehaald, want ze
voldoen niet meer. Voorlopig is er nog geen behoefte aan vervanging van
die banken omdat er nog voldoende gelegenheid is om op de onoverdekte-
en zelfs op de overdekte zittribunes plaats te nemen. Mocht later blijken,
b.v. wanneer R.C.H. zou promoveren, dat die banken wel nodig zijn, dan
is het een kleine moeite om op die ringplaatsen weer banken neer te zet-
ten.
De heer Scheer heeft bezwaar tegen de schuine stand van de hekken.
Men kan nu eenmaal de bezoekers van een wedstrijd niet verbieden tegen
de hekken te gaan staan. Het is wel gebleken dat vooral de jongeren in
hun enthousiasme tegen de hekken schoppen en dat de onderkanten van de
hekken daar nogal van te lijden hebben. Vandaar dat men de hekken in
een helling van 75° plaats. Dat is aesthetisch niet onaanvaardbaar. Op
de overgelegde tekening is dat trouwens te zien. Spreekster gelooft dat
gezegd kan worden dat de plaatsing van de hekken alleen maar voordelen
geeft zowel voor de gemeente als voor R.C.H., omdat er, als dit nodig is,
meer bezoekers kunnen worden toegelaten dan thans. Dat de toegang tot
het terrein een beetje versmald wordt heeft ook zijn voordelen, want het
is wel gebleken dat er heel wat bezoekers zijn die op een andere dan de
legale manier op het terrein komen.
De voorzitter wil het antwoord op de vraag van de heer Scheer nog
even aanvullen. Spreker ziet het zo, dat de schuine stand van het hek
alleen maar aan een paar mensen die het sportpark bezoeken zal opvallen
en dat zijn net de mensen die precies aan het einde van het hek zitten.
Zij die er tegenover zitten zien er niets van en dat geldt voor alle kanten.
Spreker neemt bovendien aan dat de bezoekers zodanig geboeid worden
door het, naar hij hoopt, attractieve spel, dat de schuine stand van het
hek heus niet storend zal werken op de geneugten.
De heer Willemse merkt op, dat in het antwoord van mevr. Van der
Meulen een aspectje naar voren is gekomen dat voor hem nieuw is en dat
ook niet ter sprake is gekomen in het bestuur van de sportparken, n.l. de
mogelijkheid om tussen de twee hekken meerdere plaatsen te creëren. Als
R.C.H. op dezelfde voet doorgaat als thans het geval is, dan zou de be-
hoefte aan meerdere plaatsen zich wel eens kunnen doen gevoelen en dan
zou inderdaad die ruimte daar prachtig voor benut kunnen worden.
Spreker zou dan wel de suggestie willen doen om het oude hek niet meer
door de stichting te doen onderhouden maar door R.C.H. Men zou dus aan
R.C.H. de verplichting moeten opleggen om het oude hekwerk in een
behoorlijke staat te onderhouden, want anders zou men op een gegeven
moment voor het feit komen te staan dat het oude hek niet meer is te
handhaven.