16 december 1965
281
hoeveel is er dat nog- gebeuren moet. Ik noem slechts: vaststelling van de
bestemmingsplannen, het naderbij brengen van de oplossing van de
woningnood, algehele vernieuwing van de riolering, de verbetering van de
Adriaan Pauwlaan, Giipperdreef, Zandvoortselaan, Raadhuisstraat en
Binnenweg, verbreding Zandvoortsebrug, bouw brandweergarage, uitbrei-
ding van het raadhuis. En daarmede is nog lang niet alles gezegd.
Daarom niet te lang omzien, maar bovenal vooruitzien en trachten, ook
als gemeentelijke overheid, in de pas te blijven lopen. Meer toegespitst
zal het er ons daarbij om te doen moeten zijn een goed beeld voor ogen
te hebben van de taak, die er voor de gemeente Heemstede, zowel in engere
zin, als in agglomeratieverband is weggelegd.
Hoewel de wetgever de gemeenten met grote autonome bevoegdheden
heeft toegerust, betekent dit allerminst, dat in isolement haar kracht zou
liggen. Zij zullen haar taak in deze dynamische tijd niet los mogen zien
van de structurele ontwikkelingen, zoals die zich in ruimer verband vol-
trekken. Bij het nemen van onze beslissingen zal ons niet het beeld van
morgen voor ogen moeten staan, doch ons geziehtsveld zal verder moeten
reiken. In dit verband juicht onze fractie het optreden van het nieuwe
kabinet toe, in zoverre dit zijn beleid in wijder perspectief en op langere
termijn wil zien.
Om dit te adstruëren, acht ik het de moeite waard enkele passages aan
te halen uit de begroting van het Departement van Economische Zaken
voor het jaar 1966. Daarin wordt o.a. opgemerkt, dat het besef is gegroeid,
dat ons land in velerlei opzichten dringend behoefte heeft aan structurele
voorzieningen. Dit betreft niet slechts voorzieningen, die leiden tot een
grotere woningbouw of tot hogere overheidsinvesteringen, bijvoorbeeld
voor onderwijs, verkeer, ruimtelijke ordening e.d. Daamaast moet worden
gedacht aan voorzieningen voor bepaalde sectoren als bijvoorbeeld het
midden- en kleinbedrijf en de energiesector; voor bepaalde produktiefac-
toren, met name de grond; voor de mens in zijn arbeidssituatie in verband
waarmede juist de ,,structuur" van de onderneming in discussie is en
voor de verbruiker, die bij een structureel toenemende verscheidenheid
van aangeboden goederen en diensten het spoor bijster dreigt te raken.
Dat de talrijke beleidsvragen in onderlinge samenhang moeten worden
bezien, zal zonder meer duidelijk zijn. Dientengevolge wordt het nemen
ik citeer nog steeds uit de memorie van toelichting van beleidsbeslis-
singen op een ad hoc basis in toenemende mate ontoereikend om tot op-
timale resultaten te komen. Vandaar dat de regering een algemeen beleids-
plan wil opstellen. Dit beleidsprogramma zal geleidelijk moeten worden
opgebouwd.
Waarom deze uitweiding? Niet anders dan om te doen uitkomen, dat,
naar de mening van onze fractie, de door de provincies en gemeenten te
treffen voorzieningen in dit beleid zoveel mogelijk en op een verantwoorde
wijze moeten worden in- en aangepast. Een structuurschets voor de gehele
provincie, die is afgestemd op een inwonertal van 3 miljoen in het jaar
2000 is in bewerking. De randstad met haar middengebied is op weg naar
haar eindfase. Het zal onze taak zijn deze ontwikkeling door het voeren
van een actief en positief gericht gemeentebeleid te begeleiden, niet alleen
ter wille van Heemstede zelf, maar ook om daardoor een nuttige en
wezenlijke bijdrage te leveren aan een groter geheel. Ik noem een paar
punten. De ruimtelijke ordening en de verkeersproblemen. Deze zullen
financiële offers vragen. Wanneer deze groot zijn (we hoeven slechts aan
de aankoop van de „St. Bavo" en aan de verbreding van de Lanckhorstlaan
te denken), dan is de verleiding groot om op de punten van respectievelijk
de vormgeving en de oplossing van de verkeersproblemen concessies te
doen. Door hieraan toe te geven zou echter iets tot stand worden gebracht,
dat in de verre toekomst het stempel zal dragen van een beleid van be-
krompen en kortzichtige bestuurders, wier excuses van thans door het
nageslacht niet begrepen zullen worden. Laten wij er voor zorgen dat dit