16 december 1965
293
is iets aan het veranderen ten goede, naar mijn g-evoelen, zodat ik dacht
dat ook de woningbouw een reflex zou mogen en moeten zijn van deze
veranderende maatschappij en ik heb zo het gevoelen dat die veranderingen
steeds sneller zullen toenemen; dat de differentiatie steeds groter zal
worden in elk onderdeel van deze maatschappij die vroeger wel eens ten
onrechte in klassen is verdeeld.
Verder is gevraagd hoe het staat met het beleid met betrekking tot de
doorstroming van de bevolking in de voor haar geëigende woningen. Juist
bij het betrekken van de nieuwe woningwetwoningen die binnenkort zullen
klaar komen zijn maatregelen genomen om daar nu juist gezinnen in te
plaatsen die erin horen, ten einde met de woningen die zij vrijmaken
doorstroming te kunnen bevorderen. En nu ik toch spreek over de door-
stroming mag ik misschien wei even terzijde gaan. Ik merk een bepaald
euvel in de rechtspraak van de kantonrechter met betrekking tot die door-
stroming. Ik dacht dat de huurbescherming bedoeld was om een goed
woningbeleid te bevorderen, maar de huurbescherming wordt vaak mis-
bruikt door daarbij als argument te gebruiken dat een bepaalde huurder nu
al 20 30 jaar in een bepaalde woning woont en het toch zo hard is om
de huur op te zeggen en ontruiming te bevelen. Hoe zou het in zo'n geval
gegaan zijn zonder huurbescherming? Dan zou de huur zijn opgezegd en
zou de alleenwonende wel weer een andere plaats hebben gevonden. Hier
verkeert de huurbescherming in het tegendeel doordat te sentimentele
argumenten daarbij worden gehanteerd. Maar dit terzijde.
Er is een regeling krachtens welke financiële vergoedingen worden
gegeven voor verhuizing van een grote naar een kleine woning. Ik heb het
gevoel dat deze regeling bij de burgerij nog niet genoeg bekend is. Bur-
gemeester en wethouders krijgen soms verzoeken verhuizingen betreffende
van 2 jaar terug omdat iemand plotseling achter de regeling is gekomen
en alsnog een vergoeding wenst te hebben. Daar gaan burgemeester en
wethouders niet zo gauw op in. Er zijn ook mensen geweest die eerst vrije
verkoop van hun huis verzochten en dat verkregen, en toen in een huurhuis
zijn gaan wonen dat kleiner was, en die dan achteraf ook nogeens komen
vragen om de verhuispremie. Daar is die regeling ook niet voor. Die
regeling is er natuurlijk om sommige mensen die voor de vraag staan of
zij nu zullen gaan verhuizen en of het hun niet teveel zal gaan kosten,
over de drempel te helpen. Die regeling gaat vrij ver, d.w.z. men kan van
f 600,tot f 1.200,vergoeding krijgen wanneer men deze tijdig aan-
vraagt en wanneer men dat in overleg met de afdeling en met het college
doet.
Er zijn verder opmerkingen gemaakt over de vernieuwing van de riole-
ring. Inderdaad, het is summier, het is globaal wat hiervan gezegd kan
worden. De kosten zullen voor een groot deel afhangen van de vraag hoe
zwaar het verkeer op onze wegen zal worden, want het euvel is niet alleen
dat cement misschien maar 30 tot 40 jaar in de grond kan zitten, althans
het cement dat 30 40 jaar geleden werd gebruikt. De wegen en de riole-
ring zijn niet berekend op vrachtvervoer met 10 20 tonners. Eén van de
onzekere factoren maar hier iiggen meer onzekere factoren is de
onbekendheid met het feit hoezeer dit alles zal toenemen en welke nood-
toestanden daardoor met betreklcing tot de riolering zullen ontstaan. Ik
dacht wel dat een globale schatting van ,f 10.000.000,de kosten aardig
nabij zal komen. Deze werkzaamheden zullen in een tijdsbestek van 5 10
jaar moeten gebeuren.
De heer Rutgers heeft gevraagd of het aanleggen van de parkeerhavens
nu ook altijd verbonden blijft aan de rioleringswerken. Dat is bepaald
niet de bedoeling. De bedoeling is om, wanneer rioleringswerken plaats-
vinden, tevens parkeerhavens aan te leggen, maar daarnaast ook met
het aanleggen van die parkeerhavens door te gaan b.v. bij herstratingen,
bij verbredingen van wegen of wanneer andere wegwerken moeten ge-
beuren. Dat heeft men b.v. kunnen zien in de Cloosterweg. Daar moest