16 december 1965
297
niet zo erg goed voor het gebit is, wel weer verwijderd.
De heer Enschedé heeft gesproken over de sociale zorg en naar aanlei-
ding daarvan gevraagd naar de toegangsprijs voor het zwembad voor
personen met een laag inkomen. Het is nu zo dat de ouders die moeite
hebben om een zwemabonnement voor hun kinderen te betalen zich rustig
kunnen wenden tot de dienst van sociale zaken. Daar kan men de finan-
ciële omstandigheden voorleggen en dan worden, indien daarvoor redenen
zijn, de kinderen aan een gratis abonnement geholpen en dat abonnement
is niet te onderscheiden van de betaalde abonnementen.
Dan kan ik nog mededelen dat, ofschoon het altijd wel nodig zal blijven
dat er particuliere belangstelling is voor de mens in de naaste omgeving,
ook al zijn alle sociale voorzieningen nog zo goed, van de zijde van de
overheid het nodige wordt gedaan. Ik noem hier o.a. de kerstuitdeling,
die dit jaar aanmerkelijk verhoogd is, en ook zijn er tal van mogelijkheden
voor mensen wier inkomen net tegen de steunnormen aan ligt, dat zij bij
de aanschaffing van verschillende zaken worden geholpen. Als men zich
tot het bureau voor sociale zaken wendt krijgt men alle inlichtingen en
ook alle hulp die mogelijk is. Maar er is nog altijd de zgn. drempelvrees. Ik
hoop dat, wanneer het nieuwe raadhuis er is, deze drempel gemakkelijker
wordt overschreden, want dan gaat men niet naar sociale zaken maar naar
één van de afdelingen van het raadhuis.
Tenslotte is er gevraagd naar de open ijsbaan. Het college meent dat
hier inderdaad wel mogelijkheden liggen. Uit een oogpunt van sport is
natuurlijk een baan op de tennisbanen niet precies hetzelfde als een open
ijsbaan. Een open ijsbaan voldoet op haar beurt weer niet zo als het rijden
op open wateren en meren. Burgemeester en wethouders hebben heus wel
aandacht voor het feit dat een open ijsbaan voor veel ingezetenen van
grote betekenis is."
De Voorzitter: ,,Ik wil eerst mijn dank richten tot de fractievoorzitters
voor de waardering die zij hebben geuit voor het werk van het college van
burgemeester en wethouders maar speciaal en zo terecht voor de secretaris
met zijn staf van ambtenaren, waaronder zeer speciaal is genoemd de chef
van de afdeling financiën en de zijnen. Het is een feit dat het elk jaar
ongelooflijk veel zorgen baart om de begroting op tijd klaar te krijgen.
Steeds weer opnieuw heb ik, als ik dat begrotingswerk van nabij meemaak,
de grootste bewondering daarvoor. Ik kan slechts constateren dat dit werk
eigenlijk elk jaar gecompliceerder wordt.
Het is goed dat telkenjare in een begrotingsvergadering alle facetten
van het hele bestuurlijke plan van de gemeente worden bekeken, en dat
van de zijde van de raad kritiek wordt geuit zodat het college in staat is
op die kritiek te reageren. Ik hoop dat het de raad steeds meer duidelijk
wordt dat het niet altijd zomaar vanzelf gaat, maar dat ook door het
college vaak zeer vele moeilijkheden moeten worden overwonnen om aan
de wensen van de raad tegemoet te kunnen komen. Eén probleem, dat
door drie fractieleiders is besproken, wil ik toch nog even nader onder de
loupe nemen, omdat ik daar, met mevrouw Van der Meulen, zeer nauw bij
betrokken ben n.l. de agglomeratiegedachte. Als een rode draad liep door
de beschouwingen dat het college eraan moet denken dat deze bestuurlijke
sa'Tiemverking een tmcere vorm dient te krijgen. Ik kan alleen maar zeg-
gen dac dlt ten voli Coor het college wordt onderschreven. Er zijn twee
geestesirstellingen tcn aanzien van een samenwerking met verschillende
gemeeiitcn. Men kan negatief zijn ingesteld en denken laat ik maar mee-
werken, anders zon het armexatiespook zich wel eens kunnen voordoen,
Dat kie rt temeer orndat, naar verluidt, een staatssecretaris zich zeer in
het bijzonder bemoeit met het tot stand brengen van agglomeraties. Men
kan echter ook positief tegenover samenwerking staan. Ik geloof dat
Heemstede die houding moet aannemen. Waarom Omdat wij allemaal
moeten inzien dat er belangen zijn die verder reiken dan de grenzen van