16 december 1965
303
heeft daarop geantwoord dat wij met het schema bij zijn. Ik zou nogmaals
willen zeggendenkt u alstublieft aan de veiligheid. Wij hebben nu weer
kort geleden kunnen lezen van flauwgevallen padvindsters en van andere
nare dingen met betrekking tot het aardgas. Het tijdschema kan niets
schelen, de veiligheid lijkt mij bijzonder belangrijk.
Ik ben het college dankbaar voor de uitvoerigheid waarop het mijn
beschouwing heeft beantwoord en ik geloof dat veel van het door mij
gesprokene zodanig door het college is beantwoord, dat ik daar ten volle
vrede mee kan hebben.
De wethouder van financiën heeft toch ook wel gesproken in de geest
van dat allereerst bekeken moet worden welke dekking wij voor de kapi-
taalswerken en met name voor het raadhuis hebben. Ik zou zeggen: doe
dat dan en stel het dan voor. Dat mis ik nu teveel in deze begroting. Ik
wil heel graag meewerken, maar dan moeten we ook weten hoe het college
de diverse kapitaalswerken denkt te dekken. Met vage cijfers van 10
miljoen is het natuurlijk moeilijk werken, vooral als men zegt dat dit
bedrag ook nog wel heel anders kan uitvallen. Ik ben er dus nog steeds
voor om plannen te maken, maar dan tevens te kijken hoe die financieel
kunnen worden gedekt. Ik ben geen fervent tegenstander van uitbreiding
van het raadhuis, maar ik ben een fervent tegenstander van het uitgeven
van het geld aan te grote kapitaalswerken, terwijl de noodzakelijke kapi-
taalswerken in ieder geval moeten gebeuren en wij op een gegeven moment
niet zullen weten waar we het geld vandaan moeten halen. Dat is een
politiek die mijn fractie nooit zal onderschrijven.
De wethouder van openbare werken heeft ook bijzonder behartenswaar-
dige dingen gezegd. Over de vuilverwijdering zullen wij binnenkort zeer
veel horen en ik ben bijzonder nieuwsgierig om te weten wat dat zal zijn.
Ik heb al iets gezegd over rommelig bouwen. Ik meen dat hij het vol-
komen verkeerd heeft uitgelegd op de wijze zoals hij dat heeft gedaan.
Over de doorstroming in de woningen heeft hij ook veel gezegd en ik ben
daar dankbaar voor. Dat er verhuiskosten worden toegekend vind ik een
belangrijk punt. Hij heeft nog even terzijde een kantongerechts-jurispru-
dentie besproken. Ik wil er alleen dit van zeggen dat er terecht door de
kantongerechten een stokje voor wordt gestoken dat er door onverlaten
van de woningschaarste misbruik wordt gemaakt door huizen te kopen,
in de hoop dat ouderen die er lang wonen daaruit zullen worden verwij-
derd, hetzij door de tand des tijds, hetzij door een vonnis van de kanton-
rechter. Dat is verwerpelijk.
Nu ik toch over kantongerechten spreek, wil ik nog iets zeggen ten
aanzien van de doorstroming en het huisvestingsbeleid. Wat ik wel betreur,
en wat in algemene zin helemaal niet terzijde is, is dat de samenwoning
zo moeilijk wordt gemaakt door de jurisprudentie. Ik vind dat wanneer
men een gezin in zijn huis opneemt, men het dan ook gemakkelijk moet
maken om die inwoning te beëindigen. Ik zou het zeer op prijs stellen
als veel meer mensen dan thans het geval is, inwoning nemen, omdat
daarmede de woningnood zeer goed kan worden bestreden. Waarom doet
men dat niet? Omdat men weet dat, wanneer men eenmaal inwoning
neemt, men eraan vastzit, zodat wanneer er ruzie komt of er komen kin-
deren, wat geenszins hetzelfde is, dat men dan niet meer van die inwoning
af kan komen. Als het nemen van inwoning gemakkelijker werd gemaakt
doordat de mogelijkheid werd gelaten om die ook weer te beëindigen
waarbij ik de moeilijkheid onderken dat het dan voor het huisvestings-
bureau zeer moeilijk zal zijn om een andere oplossing te vinden dan
zouden veel mensen inwoning aanbieden, waardoor een bepaalde doorstro-
ming zou worden verkregen. Ik zou het zeer op prijs stellen als het die
richting uit zou gaan, maar ik weet dat daarvoor een andere houding, ook
van de wetgever eventueel, nodig is. Maar dat lijkt mij een belangrijker
en sprekender punt dan het „terzijde" van de wethouder, waar hij vol-
komen ongelijk in had en zal krijgen.