16 december 1965 307
£-OpP£i>
welke mening- Ke»«-daarover heeft verkondigd, welk geluid professor de
Moor daarover heeft laten horen, die zelfs zulke krasse taal heeft gesproken
dat hij zegt: er bestaat in feite geen katholieke sociale leer. Misschien zegt
de heer Verhoeven dat dit vooruitstrevende figuren zijn, die bezig zijn te
derailleren. Als ik lees wat daar in CH-kringen over gezegd wordt en de
verontrusting die daaromtrent in de A.R.-partij bestaat, hoe de jongeren
erover denken, hoe men eigenlijk toch niet goed raad weet met al die
dingen, dat men in Hoorn voorstaat wat door anderen weer gelaakt
wordt,dat C.H.U., A.R. en K.V.P. samen zullen gaan, hetgeen in het blad
van de katholieke raadsleden „De Gemeenteraad" een zeer gevaarlijk
experiment wordt genoemd, dan biijkt daaruit hoezeer deze zaak in be-
weging is en hoe moeilijk zij ligt. Ik zou zeggenU kunt bij ons terecht.
De heer Rutgers heeft nog even de bouw van een vierde technische
hogeschool aangeroerd. Ik dacht toch dat de rijkscommissie, die door de
minister daarvoor is ingesteld, op het ogenblik met voortvarendheid aan
het werk is. Ik wii niet interessant doen maar ik zou daar nog interessante
dingen over kunnen vertellen. Ik ben echter uit hoofde van mijn functie op
de provinciale griffie zo nauw bij deze zaak betrokken geweest, dat ik
daarover het zwijgen zal doen.
De beer Rutgers heeft verder gesproken over de uitkeringen voor de
wegen. Ik heb in mijn algemene beschouwingen al gewezen op het feit
dat de wettelijke voorziening voor het doen van uitkeringen aan de gemeen-
ten in de kosten van de wegen weer op gang komt. Er zit dus wat in de
lucht. Naar deze gunstige perspectieven mogen wij toch ook uitzien.
De heer Rutgers heeft gezegd dat het bestemmingsplan zo'n rommelig
karakter krijgt. Ik had de indruk dat ook in het plan Kerklaan-van Merlen-
laan, al ben ik ook niet zo enthousiast voor de flat aan de Kerklaan, een
heel behoorlijke wijk kan worden gecreëerd met prachtige bungalows, mooie
verzorgingshuizen, goede flats en ook woningwetwoningen.
De heer Rutgers heeft nog weer eens geaccentueerd dat hij niet zoveel
voor de uitbreiding van het raadhuis voelt. Wat dat betreft heb ik de voor-
zitter al verschillende malen mogen geruststellen dat er op dit punt van
onze kant geen gevaar is te duchten.
De heer Enschedé maakt zich emstige zorg over de toeneming van de
rentestandaard. Het is juist minister Vondeling die gezegd heeft dat hij
ziet dat het rentepercentage niet meer zal stijgen. Ik meen van hem te
mogen citeren dat „De huidige rentestand voorbij de magische grens van
6% is in zeker evenwicht met de omringende Ianden ontstaan". Bovendien,
al is dat niet direct een mogelijkheid maar zij is in feite toch wel aan-
wezig, kunnen de leningen in de toekomst nog geconverteerd worden, moge-
lijk tegen een meer aantrekkelijk rentepercentage van 4 of 3%.
De heer Enschedé heeft ook gevraagd waarom er niets aan de wegen
gebeurt. Hij heeft hierop al een antwoord van de voorzitter ontvangen. Ik
geloof dat de provinciale staten, gedeputeerde staten en de kennemer ge-
meenten op dit punt zeer diligent zijn. Men zit op het ogenblik echter met
de centrale financiering. Dit zal misschien mogelijk in de toekomst een
punt blijken te zijn waarop deze zaak zal stranden. Men zou de vraag
kunnen stellen in hoeverre vorige regeringen er debet aan zijn dat er op
dit terrein niet sneller is gewerkt.
De heer Enschedé heeft naar voren gebracht dat hij het onrechtvaardig
vindt, en ik sta daarbij wel aan zijn zijde, dat de grondprijs voor de
woningwetbouw in de uitbreidingsplannen lager ligt dan hij eigenlijk zou
moeten liggen, maar ik zeg alweer, het waren Uw fractiegenoten die mee-
gestemd hebben tegen de wet vervreemding landbouwgronden en als U het
heeft bijgehouden, hebt U kunnen zien dat daarna de grondprijzen dit
heeft als een sneeuwbal gewerkt de hoogte zijn ingegaan. Daar zitten
wij nu mee, zodat wij o.a. 8 ha grond aan de Herenweg hebben moeten
kopen voor 1 miljoen gulden."