352
17 december 1965
daar eerlijk voor uit. Hij heeft dit ook al gezegd in het college van bur-
gemeester en wethouders. Spreker is er altijd toegankelijk voor om iets te
doen maar men moet niet iets doen waarvan men de consequenties niet
kan overzien. Men gaat toch niet 200 uitnodigingen verzenden in de hoop
dat er maar 20 mensen zullen komen. En als die dan komen heeft men
geluk gehad. Maar dan beantwoordt een dergelijke, slecht bezochte bijeen-
komst ook niet aan haar doel.
De heer Frets: „Als nu zou blijken dat deze zaal te klein is, is dat dan
niet een prachtig motief om de bevolking waar te maken dat een groter
raadhuis nodig is?"
De heer Hutgers vraagt voor hoeveel mensen volgens de voorzitter in
het raadhuis plaats is. Spreker wil dan wel een bureau laten uitkienen hoe-
veel personen dan moeten worden uitgenodigd. Men is in deze wetenschap
wel zover gevorderd dat men weet hoeveel uitnodigingen men moet ver-
zenden om een bepaald aantal mensen te krijgen.
De voorzitter„Als je ze hier laat dansen komen alle genodigden."
De heer Rutgers zegt dat de burgemeester het programma in de hand
heeft. Spreker zou het eens proberen; het kan nooit kwaad Spreker heeft
geen behoefte aan een motie maar hij meent dat de stemming in de raad
duidelijk is. Hij zou de voorzitter vriendelijk willen vragen hier nogeens
over te denken.
De voorzitter: „Ik weet nu precies hoe de stemmen liggen. Dit is iets
wat zeer zeker de voortdurende zorg van het college heeft."
Hierna schorst de voorzitter de vergadering.
Na heropening zegt mevrouw Vriesendorp dat de voorzitter in gebreke
is gebleven op de vraag van de heer Verkouw en spreekster, inzake het uit-
geven van een eigen gemeenteblad, te antwoorden.
De voorzitter meende dat dit punt afgehandeld was. Het zal ieder toch
wel duidelijk zijn dat de gemeente onmogelijk een eigen blad kan gaan uit-
geven. Dan moet men een eigen redaktie hebben.
Mevrouw Vriesendorp wijst erop dat de heer Verkouw geweldig goede
sugg'esties heeft gedaan. Spreekster stelt voor hem tot hoofdredacteur van
dat blaadje te benoemen.
De voorzitter: „Dan moet degene die dat voorstelt, secretaresse van de
heer Verkouw worden."
De heer Verkouw zegt verleden jaar reeds de aandacht voor het Zand-
voortse gemeenteblad te hebben gevaagd. Het ziet er bijzonder plezierig
uit en het wordt helemaal op de secretarie verzorgd. Dat is echt een ge-
meenteblad.
De voorzitter antwoordt dat mevrouw Vriesendorp zojuist begonnen is
met te zeggen dat er vele mededelingen in verschillende bladen staan die
eigenlijk in een eigen blad zouden moeten zijn opgenomen. Dan zou men
echter die mededelingen moeten opschorten totdat het driemaandelijkse
gemeenteblad versehijnt. Spreker begrijpt dat die schone wens leeft, maar
hij gelooft niet dat hij praktisch uitvoerbaar is.
Mevrouw Vriesendorp: „Ik vraag of U dit eens zoudt willen bekijken en
erover denken. Als ik weer gekozen word, vraag ik het het voigend iaar
weer." J
De voorzitter„Volgend jaar, U bent nogal zelfverzekerd."
Mevrouw Vriesendorp: „Ik heb gezegd, als ik weer gckozen word."