17 december 1965
359
en dat hii ziin best zou doen om, indien dat mogelijk was, in Heemstede
in die richting werkzaam te zijn. Spreker vraagt daarom aan de wethou-
der waarom hij dan niet met een groter contingent bij het ministene îs
gekomen want dan had hij met een driejaren-contingent, eventueel nog
verhoogd met toeslagen wegens arbeidsbesparende bouw en wat dies meer
zii zeker tot een aantal kunnen komen van misschien 250 en misschien
zelfs wel van 300 woningen. Spreker begrijpt wel welk antwoord hij krijgt.
Het zat niet in de contingentering, het zat hem veel meer in het feit dat
wij niet klaar waren met de bestemmingsplannen en dus geen bouwrijpe
grond hadden. Dat is dus eigenlijk de oorzaak waarom het contmgent 1965
niet gerealiseerd is. Als spreker dat antwoord krijgt, dan had hij dat liever
in de stukken vermeld gezien. Inderdaad komt dat wel in de antwoorden
op de vragen 50 en 51 tot uitdrukking. Spreker wil hier toch wel een con-
ciusie aan verbinden. Als dat verwachte antwoord komt, dan heeft spreker
de indruk dat er toch wel een zekere achterstand in de woningbouw be-
staat indien het aantal gebouwde woningen vergeleken wordt met de mo-
gelijkheden die in het kader van het overheidsbeleid aan de gemeente zijn
geboden. Spreker zou wel eens in cijfers uitgedrukt willen zien, hoe dat
ligt Spreker vraagt daarom aan het college of het bereid is op korte ter-
mijn aan de raad een cijfermatig overzicht te verstrekken van de sinds mei
1945 toegestane bouwvolumen, voor elk jaar te splitsen in woningwetsec-
tor, premiesector en vrije sector en daarbij tevens te vermelden hoeveel
woningen in deze sectoren jaarlijks zijn gebouwd.
Wethouder Van Wijk antwoordt dat de heer Brandsma vragen heeft ge-
steld en ook vragen zelf heeft beantwoord. Hij heeft het spreker dus niet
al te moeilijk gemaakt. Hij vroeg dus, en hij zegt dat eigenlijk zelf al, voor
een groot deel naar de bekende weg. Het is inderdaad zo, en dat antwoord
krijgt hij dus, dat het gebrek aan plaats om te bouwen de grootste moei-
lijkheid is geweest en niet de kwestie van het bouwcontingent. Wanneer
burgemeester en wethouders hier stellen dat aan het effectueren van een
klein contingent de curveprijs in de weg zou hebben gestaan, dan hand-
haven zij dat ongetwijfeld nog, niet op grond van nieuw verkregen ant-
woorden of ondervinding op dit punt, maar op grond van wat het vorig
jaar is gebleken en hun zijn geen omstandigheden gebleken dat het dit
jaar anders lag. Ook mede naar aanleiding van wat de heer Brandsma
in de vorige begrotingsvergadering heeft opgemerkt hebben burgemeester
en wethouders van stond af aan, en misschien reeds voordien, gestreefd
naar het effectueren van een driejaren-contingent en vandaar dat het getal
van 230 woningen is genoemd. Het driejaren-contingent is wellicht iets
minder, maar dat contingent kan door allerlei bijkomende factoren worden
vergroot b.v. door de wijze van bouwen, zoals de heer Brandsma zelf al
heeft opgemerkt. Er bestond dus, en dat wisten wij allemaal wel, een
zekere achterstand in bouwrijpe bestemmingsplannen. De oorzaken daar-
van zijn vanmorgen al ten dele besproken en ook in de commissies en in
de afdelingen. Dat feit bestaat nu eenmaal en nu wordt getracht deze ach-
terstand in te halen. Burgemeester en wethouders zijn daar volop mee
bezig. Zij streven naar een groot contingent van 230 woningen. De plannen
daartoe zijn in een vergevorderd stadium van voorbereiding, zeker wat
betreft de stedebouwkundige uitwerking en wat het overleg betreft met
allerlei mogelijke hierbij betrokken instanties. Burgemeester en wethou-
ders menen nu wel op korte termijn een voorstel te kunnen doen.
De derde vraag van de heer Brandsma, of het college bereid is een cijfer-
matig overzicht te geven van de sinds mei 1945 toegestane bouwvolumen
en het aantal gebouwde woningen lijkt spreker een nakaarten zonder enige
zin. Er is nu nog maar één ding belangrijk, nl. wat kan er op het moment
en in de toekomst gedaan worden. A1 zouden wij ergens uit voorgaande
jaren kunnen vinden dat het bouwvolume van een bepaaid jaar niet ge-
effectueerd is, dan nog gelooft spreker niet dat er een mogelijkheid be-